Land-en tuinbouwnieuws

Zestien pompoenzaden met liefde en aandacht in potjes gezet. Dit is het enigszins teleurstellende resultaat. Pas bij vier blaadjes kan ie de grond in. De andere vijftien krijgen nog een kans van me. Desnoods in de compostbak, want daar houden pompoenen van.

De tomaten, die we hier natuurlijk pomodori noemen, zijn in potjes gezet want ze groeiden de letterbak uit. Overdag staan ze buiten, ’s nachts staan ze nog even binnen, samen met de pompoen. Dat doen we een weekje en daarna moeten ze het buiten kunnen volhouden.

Met de macrolens genomen. Maar toch kom je ze liever niet tegen in het rozenperk. Het wachten is op lieveheersbeestjes. De natuur moet het maar even zelf oplossen.

Als er nou één plant is die het hier fantastisch doet, is het de Phlomis wel. Als klein kluitje gekregen van vrienden uit hún Italiaanse tuin en hier een enorm succes. Als er ergens gaten gevuld moeten worden, dan steken we weer wat weg en herplanten hem met veel gemak. En dan nog die dappere viooltjes. Zij vulden de bloemloze periode begin april tot nu toe vrolijk op. Ik win er ook zaad uit en zet de nette exemplaren uit de drie bakken binnenkort bij elkaar want wegdoen is nog zonde maar ze moeten wél plaatsmaken voor echte zomerbloeiers.

De giro in huis

Hij zou zich melden zodra hij tijd had, liet onze schilder eerder weten. Gisteren kregen we een appje met de vraag of vandaag zou schikken? Ja hoor, kom maar. Veel schilderwerk doet de wijnboer zelf maar het stucwerk op de plafonds van badkamer en keuken, laten we graag aan de snelle vakman over. Zijn ervaring, leeftijd en gereedschappen staan borg voor een tempo dat wij nooit meer halen. In tijd van ja en nee maakt hij zijn giro door het huis. Hij veegt nog even de schoorsteen en de klus is grotendeels gedaan. Of het allemaal lukt in één dag weet ik op dit moment niet maar dat zie ik aan het eind van de middag wel. Er is nog wat nawerk voor onszelf, want als er meubelstukken van hun plaats gaan moet ook de sopdoek er aan te pas komen. Lekker bezig hier.

24 Uur in beeldverhaal

Avondzon. Heus niet altijd aan het werk. Let op het ‘gazon’.

We kijken op tv naar ‘Liefde voor het landhuis’. De avonden zijn kil dus de haard gaat aan.

Ochtendzon. De wijnboer maakt twee cappuccini.

Zuster Emie verlost wijnboer van splinter.

Boodschappen doen en water tappen.

Onderweg een kastanjeboom met kaarsjes zien.

Een dag niet geplukt, is een dag niet geleefd.

Let op ‘gazon’, de wekelijkse klus is weer gedaan. We rommelen nog wat door op het erf met liefde voor ons landhuis.

Verzoekplaatje

In onze slaapkamer hebben we twee werkplekken, de kamer is er ruim genoeg voor. Op 15 april kwam ie even in beeld toen ik een blogje plaatste. Daar reageerde Martje op die, zo zei ze zelf, graag binnen gluurt. Ze zou graag iets meer van de kunst aan de muur willen zien. Nou vooruit, dat doen we dan. Deze twee schilderijen zijn gemaakt door de kunstenaar Wim Snijders. Hij is getrouwd met een nichtje van mij, zodoende kwamen we in contact met zijn werk. Daar zit nog een heel verhaal aan vast maar dat voert hier te ver. De wijnboer heeft deze werken destijds gekocht om in zijn kantoor te hangen en na verkoop daarvan zijn ze uiteindelijk mee verhuisd naar Italië. We zijn er erg aan gehecht en ze roepen ook herinneringen op aan dat ándere leven van ons, toen we beiden nog werkten. Niet dat we nu stil zitten, hoor. Maar dat werken hier is behoorlijk vrijblijvend en schenkt zeker net zoveel voldoening.

Hoe goed het leven hier is

Toen mijn nicht en haar man een paar weken geleden hier op bezoek kwamen, hadden ze van alles meegenomen. Twee heerlijk zelfgemaakte jams, biologische citroenen uit eigen tuin en zelfgemaakte worst. Ik zette het allemaal op de foto, waar ik vervolgens niets meer mee deed. Wel met die goede gaven natuurlijk. De worstjes zijn op, de jams nog niet aangebroken en één citroen is verwerkt in een kipgerecht, de andere liggen in de diepvries want dat kan met citroenen. De gulle gevers werden uiteraard hartelijk bedankt.

De hapjes die ik maakte voor bij het drankje vooraf, leverde deze foto op. De schaaltjes kregen we vorig jaar van onze ‘wijnvrienden’ die terugverhuisden naar NL. De rest van wat je hier ziet, is natuurlijk al lang op. Het zijn twee foto’s die bij elkaar horen en die ik terugvond in mijn archief. Leuk genoeg om toch nog even te laten zien, dacht ik.

Zaaien

Onder het motto ‘wat heb ik en wanneer moet ik er wat mee’ zocht ik in de eerste week van april het zaaigoed uit. Nou, in eerste instantie deed ik er niet veel mee. Maar vandaag was het: nu of nooit. De wat saaie foto’s hieronder hebben voor mij een dagboekfunctie. In oude letterbakken, ooit bij een kringloop gekocht, zaaide ik tomaten en courgettes (zucchini zegen we hier). In de kartonnen kweekbakjes, die over een paar weken in zijn geheel de grond in kunnen, zit Hokkaido pompoenzaad. Op de eerste etage bij het raam moet nu het wonder van ontkiemen plaats gaan vinden.

Op de stenen tuinbank staan een paar potjes met zonnebloemzaden. Ik hoop dat die het buiten in het zonnetje ook gaan doen. Ik strooide nog wat bloemenmengsel in een pot en loop dagelijks mijn ‘zorgenkindjes’ na. De strook die ooit moestuin was, moet nu snel in gereedheid worden gebracht om binnenkort weer echt een groentetuintje te worden. Ik kan me daar zeer op verheugen.

Gebak, confetti en geopend hart

Nee hoor. We doen er niets aan. Wij vieren feest omdat de zon weer schijnt en de temperatuur ineens weer 17 graden is. Het heeft zo’n beetje de hele week geregend. Dus pakken we graag de draad op en snoeien de brem verder en plukken weer onkruid. Nou ja, een taartje bij de thee vanmiddag kan er wel van af. Het oranje ondergrondje vond ik in de lappenkist. De feestelijke confetti is uit zichzelf vanuit de blauwe regen de rieten stoel in gewaaid.

En dat geopende hart? Dat slaat op de madeliefjes. Die hebben een week staan bibberen met geknakte kopjes en gesloten bloem. Nu richten ze zich weer naar de zon. Net als wij.

Uit de lappenmand

In mijn eeuwig optimisme bewaar ik nogal eens spullen waarvan ik denk dat ík-er-ooit-nog- wat-mee-ga-doen. Zo heb ik een lappenkist die ik gisteren en vandaag maar eens flink overhoop haalde. De kussens die we zomers mee naar buiten slepen om op de stenen bank te leggen, konden wel een nieuw tijkje gebruiken. Ooit was dit stofje een dekbedhoes van onze dochter. Later vermaakte ik het tot een dekbedhoesje voor een kinderledikantje vanwege logerende kleinkinderen. De mand waarin ik ze heel ‘stylish’ bewaar is van origine de beschermmand van een grote wijnfles. De hoes erin is een oud gordijn. De mand zelf deed jarenlang dienst als speelgoedmand, ook al voor logerende kleinkinderen.

Mand en lappen hebben dus hun derde bestemming. Vroeger zou ik zeggen dat ik een zuinig type ben. Nu heet dat duurzaam, veel leuker toch? Op de bank kwamen ook nog twee nieuwe kussenhoesjes van stofjes die ik al had. Verder is het een en al sentiment met wat ik allemaal tegenkom in die enorme kist. Er staat al een mega grote gevulde zak klaar voor de textielcontainer. Want zuinig en duurzaam is prima, maar opruimen en wegdoen ook!

Alles op een rijtje

Dit vaasje kwam vorig jaar ook menig keer voorbij op mijn blog. Het is zo handig om wat klein geplukt spul in te zetten. In dit geval is het Gewone Vogelmelk dat ik tussen de madeliefjes in de wijngaard tegenkwam en meenam naar huis.

Ineens zag ik een thema in onze keuken. Ik hou van rijtjes, blijkt. Vorig jaar zette ik al eens alle gemberpotten op het aanrecht en vulde deze met het dagelijks bestek. Reuze handig en leuk om te zien. Vind ik. Trouwens geen idee of het al eerder op mijn blog voorbij kwam. In elk geval is de rij met basilicum wel helemaal nieuw. Je kent dat wel, dat zo’n supermarkt plantje al snel staat te kwijnen want veel te dicht op elkaar gezet al dat groen in één potje. Dus daar verscheen een rijtje op de vensterbank. Uit NL nam ik twee presenteerblaadjes mee die ik nooit meer gebruikte. De basilicum krijgt er zijn water van onderaf op en in de andere vensterbank staan er een paar zorgenkindjes op. En zo heb ik alles op een rijtje.

Naar aanleiding van zondag

Parkeerbonnen zijn hier in Gubbio lang niet zo duur als in Delft. Daar krijg je zonder mankeren € 90. Dat is enorm hoog. Vooral voor argeloze toeristen is het vaak onduidelijk aangegeven en daardoor een smet op een leuke dag uit. Men heeft in Gubbio sinds een paar jaar ook betaald parkeren ingevoerd. Zowel de tarieven als de boetes zijn beduidend lager. Het direct met korting af kunnen rekenen bij de gemeente politie is zo gek nog niet. Mensen hollen wel als ze dertig procent korting krijgen en het scheelt een hoop navorderingswerk. Toen de wijnboer vanmorgen het betalingsbewijs met daarop het kenteken en de juiste tijd kon overleggen werd er niet moeilijk gedaan, de boete verviel. Terecht.

Hier nog twee keer mijn zondagse uitzicht. Eenmaal van het plein waar we aan een tafeltje in de schaduw onze pranzo gebruikten. En van het roerei met truffel, mijn favoriete voorgerecht. Voor het hoofdgerecht koos ik kalkoen van de grill maar dat was me veel te veel. Ik zou beter moeten weten want grote stukken vlees zijn aan mij niet besteed. Na afloop heb ik gevraagd of ik de resten mee naar huis mocht nemen, waar ik er gisteravond samen met een reuze tomaat en twee ons sperziebonen een heerlijke salade van maakte. De gêne die ik vroeger wel had om te vragen om de eufemistische doggybag, heb ik al lang niet meer. Ik hou niet van verspilling. Al moest ik dat laatste woord in het Italiaans wel even opzoeken. Sciupare. Dát is het woord dat ik moet onthouden. En vragen om kleine porties, dat moet ik ook gaan doen.