En een snuifje theatercultuur

We parkeerden de auto bij het Teddy Scholtenpark. Nooit geweten dat dit bestond maar naast de Rijswijkse Schouwburg ligt dit parkje, vernoemd naar die zangeres die een groot deel van haar leven in Rijswijk woonde en vooral bekend is van haar hit ‘Een beetje’. Mensen van mijn generatie gaan nu ogenblikkelijk verder met ‘Verliefd is iedereen…’ Maar we kwamen voor Pieter die tijdens de voorstelling zei dat ie vroeger al droomde om in theaters te staan met een trailer voor de deur.

Een vrijwel uitverkochte zaal, die voor aanvang gonsde van verwachting zoals dat alleen in theaterzalen gebeurt. Heerlijk moment als dan het doek opengaat en we daarna bijna twee uur aan een stuk konden genieten van de scherpzinnige conferences en mooie liedjes. Soms poëtisch maar meestal vlijmscherp waarbij de samenleving met al zijn problemen genadeloos gefileerd werd. Wij vonden het een topavond. Dank aan Pieter Derks.

foto van het www

Picknick

Bij werkelijk strálend weer zaten wij als veelkoppige familie op eerste Pinksterdag weer aan de Picknick. Een traditie die al veertig jaar stand houdt en waar iedereen in zijn agenda rekening mee probeert te houden. En het was weer als vanouds met lekkere happen en drankjes. Onze kleindochter had zelfs haar eigen thee barretje gemaakt waar je bubble-tea kon bestellen. ‘Als ik er zit, ben ik open’, zei ze erbij. ‘Als ik er niet ben, ben ik even gesloten’. Dat was voor iedereen duidelijk.

Vanwege de privacy weinig familie in beeld omdat ik niet van iedereen weet of men dat wil. Trouwens, het ziet er veelal rommelig uit met mensen die staan, liggen, zitten en rondlopen. De groepsfoto houden we voor ons zelf. Kleindochter die even rustig aan de waterkant zit en ons zelf met een zus die niet erg herkenbaar is, durfde ik nog wel. We waren met 34 personen, inclusief mijn moeder, die enorm heeft genoten. ‘Dat ik dit mag meemaken, ik voel me zó bevoorrecht’, zei ze na afloop. En wij allemaal ook, mam. Wat er op dit kleedje ligt is maar een fractie van wat er aan lekkers was meegenomen. De vierde generatie liep voortdurend zelfgemaakte baksels te presenteren. Hele generaties groeien op met het idee dat je op Eerste Pinksterdag hoort te picknicken. Dat houden we er in!

Doopfeest

In het restaurant waar we de zondagmiddagpranzo gebruikten, was een groot gezelschap dat een doopfeest vierde. De tafels waren overdadig versierd, er zaten zeker zeventig mensen bijeen en Giorgia, om wie het feest draaide, ging van hand tot hand. Wat kunnen Italianen dat toch goed met z’n allen. Tussen de gangen door wordt er wat heen en weer gedrenteld, men trekt er echt een hele middag voor uit en iedereen heeft zijn of haar meest feestelijke kleding aangetrokken. Wij aten ook voortreffelijk en hadden bovendien genoeg te zien.

Om te bewijzen dat onze zoon en schoondochter écht de zon meenamen, laat ik hen even zien. Hier bij Faro Rosso zie je Gubbio op de achtergrond. De zon dampt het vocht uit de aarde, de temperatuur is opgelopen tot 21 graden en we maken er een luie zondag van, net als de Italianen met (een klein clubje) familie .

Ontmoeting met Kees

Het is precies een week geleden dat we eerst ’s morgens op Schiphol familie verwelkomden om daarna door te rijden naar het Singer Museum Laren. De tentoonstelling van het werk van Kees van Dongen liep op 7 mei af en deze bestemming liet zich nog nét mooi combineren. Het eerste schilderij heet Wijngaard en je kunt zien dat Van Dongen zich liet inspireren door Van Gogh.

De volgende twee werken hier vind ik erg herkenbaar als werk van deze Rotterdamse kunstenaar die leefde van 1877 tot 1968 en wordt gezien als een van de grootste kunstenaars van de twintigste eeuw. Ik heb altijd een zwak voor portretten én hou enorm van kleur dus dan zit ik bij Kees wel goed. Ondanks het feit dat we kaartjes hadden via een tijdslot, was het toch behoorlijk druk. Ook met een groep dames van de Red Hat Society. Ik hou van kleur en van portretten, kwam dat even mooi samen hier!

Spoken

We hadden, alweer, een leuke middag. Samen met vrienden die in het Westland wonen, bezochten we gisteren drie locaties van de Kunst en Atelierroute. Heel veel kunstenaars hebben zich aangesloten en we kwamen overal mensen tegen die met de route in de hand, van de ene expositie naar de andere fietsten.

Een zus van me, Trees Wempe, is ook één van de exposanten. We begonnen dan ook bij haar. Maar hoe gaat het vervolgens: je kijkt, je praat, je komt bekenden en familie tegen en vergeet foto’s te maken. Pas bij de derde en laatste plek, bedacht ik ook wat kiekjes te nemen maar dan van de tuin waarvan ik erg onder de indruk was. Een bloeiende witte regen (wisteria), een heerlijk plekje in een kas en nog een tafel vol viooltjes.

Waarom dan toch deze kunstroute hier vermelden? Omdat vandaag tussen 11.00 en 17.00 uur dit evenement ook nog te bezoeken is. Dus voor wie in de buurt woont zou ik zeggen: gáán. Wij zagen op alle drie de plekken die we bezochten wel iets dat we zo thuis zouden willen hebben. Maar ja. We hebben genoeg. Toch is er één schilderij dat nog door mijn hoofd spookt. Daar doe ik verder niets mee en wacht totdat het uitgespookt is.

Hendrik Hamel gezocht en gevonden

Tijdens de lockdown in maart ’21 verbleven we een paar dagen in een stadsappartement in Gorinchem. We hebben dat fraaie stadje toen uitgebreid verkend en vonden dat we er beslist eens naar terug moesten als er wat meer levendigheid was. Daar kozen we bevrijdingsdag voor uit en konden mooi ook nog even koffie drinken met vrienden die er niet al te ver vandaan wonen. Bij een leuk Italiaans restaurantje trouwens, onze gezamenlijke passie. Maar al snel begon het behoorlijk te gieten, niet echt een aanmoediging om op ons gemak rond te slenteren. Dus werd het en museumbezoekje.

Lees dit blogje (klik) even terug om te weten wie Hendrik Hamel was. Het compacte museum waar we alleraardigst werden ontvangen door de conservator, toont een mooi tijdsbeeld van de man die in 1653 schipbreuk leed voor de kust van Korea en er meer dan dertien jaar gevangen werd gehouden. Korea was destijds een land waarvan tot dan toe in Europa niets bekend was. Hamel wist met zeven metgezellen in 1666 te ontvluchten naar Japan en schreef een Journael over hun lotgevallen. Dit beklemmende verhaal is na bijna drieënhalve eeuw in een moderne vertaling opnieuw uitgegeven en voor een klein prijsje kocht ik dit boekje waarin ik vanavond ga beginnen. En Gorinchem? Dat krijgt bij mooi weer opnieuw een herkansing van ons. Over een jaar of twee.

Ontmoeting met Hans en Kees

We stonden vanmorgen rond half elf in een aankomsthal op Schiphol. Daar kwamen mijn zwager er schoonzusje uit Colombia aan. We zien elkaar tegenwoordig elke week via een beeldbelverbinding maar er gaat natuurlijk niets boven het echte contact. Ze verblijven beurtelings bij kinderen van hen en aangezien wijzelf op korte termijn weer naar Italië afreizen was het aangenaam elkaar weer even te zien en koffie te drinken én om de broertjes samen op de foto te zetten.

Uit de reistas van ons schoonzusje kwamen vers geplukte mango’s uit hun eigen achtertuin in Cartagena. Dat hing gisteren allemaal nog aan de boom en ligt hier nu op onze Delftse tafel, zonder tussenkomst van enig distributiecentrum. Reken maar dat we er van gaan smullen. En die Kees uit de kop van mijn blog? Daar kom ik een andere keer op terug.

In de voetsporen van…

Toen onze kleinzoon zich onlangs liet ontvallen de stad Rotterdam nauwelijks te kennen, was zijn verjaardagscadeau snel bedacht. Met zijn opa, ook wel bekend als de wijnboer, werd zijn familie geschiedenis gisteren tijdens een dag flink rondstappen, haarfijn uit de doeken gedaan.

foto’s Lucas

Helaas zijn veel van de vroegere oude gebouwen nu noodzakelijkerwijs vervangen door moderne bouwsels maar Lucas kreeg toch het verhaal over zijn Rotterdamse voorouders wel mee. Opa en kleinzoon hebben genoten en eindigden bij voorheen café de Post, nu Boudewijn geheten, aan de Nieuwe Binnenweg. Op de plaats waar zijn betovergrootouders hun café hadden, dronken zij nu samen een pilsje. Een gedenkwaardig moment voor beiden.

Kerkbezoek

Het gebeurt zelden dat je hier moet betalen voor het bezichtigen van een kerk. Maar in Spello kostte het ons drie euro per persoon om binnen te gaan in de Santa Maria Maggiore. Niet verwonderlijk omdat je in feite in een museum terecht komt. In een zijkapel, de Capella Bagnioni, bewonderden we de fresco’s. In 1500 heeft de schilder Pinturicchio hier scènes uit het leven van Christus geschilderd.

Je blijft gefascineerd kijken naar alle details, het perspectief en de prachtige kleuren. Ook de vloeren zijn schitterend van tegels die in Deruta, de aardewerkstad in Umbria, zijn vervaardigd, Men heeft er glasplaten overheen gelegd. Er liepen trouwens ook twee schoolklassen rond en dat vind ik altijd zo’n goede zaak. Leer kinderen vroeg naar kunst te kijken en ze hebben er hun leven lang lol van. Hoop ik.

Ook van Perugino, de leermeester van Rafaël, was een fresco te zien. Je hoeft dus niet persé naar Florence om Italiaanse kunstschatten uit de Renaissance te bewonderen.

Het zit wel snor

Als we dan toch tegelijkertijd in Italië zijn, moesten we ook maar gezamenlijk gaan eten, vonden we alle vier. Dus zaten we vanmiddag bij ‘De Snor’ die in het Italiaans Da Baffone heet. Een regionaal restaurant tussen onze woonplaatsen in. De normale route was afgesloten wegens wegwerkzaamheden en de alternatieve route voerde ons door een leeg maar prachtig bergebied.

Wat ons in zo’n geval verbaast is dat we na vijftien kilometer over dit soort bergweggetjes ineens een stampvol restaurant binnen stappen waar grote families luidruchtig bij elkaar komen om de specialiteit van met truffel bereide maaltijden, te bestellen. Wij hadden elkaar een jaar niet gezien en er was behoorlijk veel bij te praten. We deelden gerechten én nieuwtjes. Maar het dessert dat deelden we niet.