Laatste keer over Vermeer

Aan het stratenplan in het centrum van Delft is niets wezenlijks gewijzigd in de loop der eeuwen. Het is op dit schilderij goed te zien. Johannes Vermeer zou er zo zijn weg nog kunnen vinden, wordt beweerd en dat geloof ik grif. Veel van de kunstwerken die de amateurs maakten voor het tv-programma dat ik gisteren ook al noemde, zijn te bewonderen in diverse etalages in het centrum. Ik denk dat Vermeer van die winkels wél vreemd op zou kijken.

Hier nog twee winnaars die in Museum Prinsenhof terecht zijn gekomen. De zwart-witte is mijn favoriet. De overige tentoonstelling liet zich in de donkere ruimten moeilijk fotograferen. Heel mooi is de combinatie van uitvergrote werken van Vermeer met daarbij de echte voorwerpen als stoelen, tapijten, kannen en kruiken er bij gezet. Mooi dus en eigentijds samengesteld op thema’s als tijdgenoten en interieurs. Maar wel klein. Dus loop even binnen tijdens een dagje Delft dan doe je binnen een uur deze tentoonstelling.

Ontdek het Delft van Vermeer

Het ziet er naar uit dat de oproep die in de titel staat, massaal opgevolgd wordt. In Museum Prinsenhof is nu een tentoonstelling die vooral gaat over tijdgenoten van Vermeer en Delft toentertijd. Het was in de 17e eeuw een bruisende stad waar kunst en wetenschap bloeiden en waar Johannes Vermeer als schilder zijn talent kon ontplooien.

Om vijf voor elf stond ik te wachten om naar binnen te kunnen gaan, dan opent het museum pas. In de hal, waar het museumcafé is, hingen de schilderijen van de amateurwinnaars uit de tv-serie die onlangs zes zondagavonden te zien was en die allemaal een thema van Vermeer uitbeelden. Nadat ik de echte tentoonstelling had gezien en mezelf op een cappuccino trakteerde, was het dringen geblazen bij de nieuwe Vermeers. Daar kom ik nog op terug. Nu het vrijwel onmogelijk is nog een toegangskaartje voor de overzichtstentoonstelling in het Rijksmuseum in Amsterdam te bemachtigen, zal de toeloop in Delft nog groter worden. Ik fietste al slalommend tussen de toeristen terug naar huis.

Code rood

Het is niet moeilijk om te raden waar ik even was vandaag. De medewerkers in de zorg voeren actie en terecht wat mij betreft. In het Reinier de Graaf ziekenhuis hangen spandoeken. Gemaakt door actievoerende medewerkers. Ze zijn in haast gemaakt. Dan blijkt de tekst langer dan het spandoek en wordt er wat gefrommeld op het eind. Of de K was aanvankelijk vergeten in het woord Werkers. Met verbandtape zijn de kreten vastgemaakt op de panelen in de centrale hal.

Ziekenhuismedewerkers komen niet snel tot zulke acties, alles is altijd gericht op de zorg voor een ander. Buiten, waar nog niet zo heel lang geleden een afgeschermde hoek voor rokers was, staat sinds september 2020 een ruim vier meter hoge beer van gaas begroeid met planten. Bedoeld om de medewerkers in de zorg een steuntje in de rug te geven. Het was de Coronatijd, weet je nog? Het is een schande dat we de salarissen en de CAO in de zorg maar niet op orde krijgen. Ik sta vierkant achter deze actie, voor wat het waard is.

Het tasje van tante

Zodra mijn tante het appartement van haar vriendin inliep, hing ze dit tasje aan de deurknop. Tante T. leed aan Alzheimer en haar vriendin M. die in het in het zelfde flatgebouw in Loon op Zand woont, was gedurende haar laatste levensjaar haar steun en toeverlaat. De tante is al ruim tien jaar dood maar wij komen nog steeds jaarlijks op de koffie bij die leuke Brabantse vriendin die ons altijd even hartelijk ontvangt.

foto van het www

We reden door naar Vught, waar we moesten zijn voor een bepaalde boodschap en passeerden Udenhout. Daar in het gebouw van Huize Sint Vincentius is mijn tante haar werkzame leven begonnen, als novice van de congregatie Dochters van Maria en Joseph en ontmoette ze M. Ze werkten er samen in het internaat voor meisjes met een verstandelijke beperking. Uiteindelijk verliet M. en later ook mijn tante de kloostergemeenschap. M. trouwde, tante T. bleef ongehuwd en ging terug naar Den Haag. Pas op het eind van haar leven keerde ze terug naar Brabant en ondervond veel steun van die leuke vriendin. Kloostergemeenschappen dunnen uit, Huize Sint Vincentius wordt omgebouwd tot moderne appartementen, maar het tasje van mijn tante hangt als een mooi souvenir nog steeds bij M. in de gang.

Goed. Lente dus.

Gisteren om 22.24 uur startte officieel de lente. Met stip op nummer één mijn allerliefste seizoen. De regen kan dus gezien worden als een mals lentebuitje. Nou laat dat buitje maar weg, het regende onophoudelijk.

In het boek dat ik momenteel lees (De Familie Aubrey van Rebecca West) zijn kinderen bang dat de donkere winterdagen nooit ophouden, integendeel dat de dagen steeds maar korter en korter worden, totdat het uiteindelijk 24 uur achtereen donker is. Wat een spookbeeld! En daarom ben ik zo blij dat de lente zich altijd weer aandient. Of het nou regent of niet.

Fietssleuteltje

Er is eigenlijk geen verklaring voor het feit dat ik nogal eens fietsen op de foto zet. Sympathiek vervoermiddel, dat wel. Ondanks het feit dat de vorm al jaren onveranderd is, is de fiets wel degelijk aan mode onderhevig. Veel stoere zwarte fietsen, zo blijkt uit een klein wandelingetje door de buurt.

Zoals ik hier heb aangekondigd, doe ik de hele maand maart dagelijks iets weg. En vaak wel meer dan één voorwerp. Vandaag onder meer een fietssleutel van een fiets van me die lang geleden gestolen was. Waarom zo’n nutteloos voorwerp nog steeds in een laatje lag, snap ik niet. Samen met zes lege balpennen, een oud visitekaartje en meer onduidelijk spul uit dat zelfde laatje verdween het in de afvalbak. Oh, ik ben zo lekker bezig.

Dichtbij en toch raadselachtig

De terrassen zaten gistermiddag behoorlijk vol in lente-achtig Delft. Dus het verbaasde me dat tegelijkertijd ook de kleine filmzaal in Lumen volledig uitverkocht raakte. Maar ik zat er en ben blij dat ik deze documentaire heb gezien. Als toeschouwers kregen we een mooi beeld van de inspanningen die nodig waren om de overzichtstentoonstelling in het Rijks bijeen te brengen. We zagen de ontroering van conservators, zelfs bij het terug vertellen van hun eerste blik op een Vermeer. Het Meisje met de Parel komt, terecht, nauwelijks aan bod want met het Mauritshuis zal niet lang onderhandeld zijn. Wel opmerkelijk dus dat het affiche haar wel laat zien. Ze is commercieel geworden. Zózeer zelfs dat ze per 1 april al weer terugkeert naar haar Haagse plek omdat voor het Mauritshuis dan het toeristenseizoen begint. Behoorlijk flauw, gezien alle inspanning om in het Rijks Museum Amsterdam al het werk van Johannes Vermeer zo volledig mogelijk te presenteren. Voor wie naar de tentoonstelling in Amsterdam gaat, kan ik deze film van harte aanbevelen.

Aftellend rondkijken

Wat een heerlijk hoekje kwam ik tegen. Ook al zijn de takken in deze bloempot nog kaal, de verse viooltjes maken er een vrolijk geheel van. En kijk hier: de eerst bloeiende forsythia heb ik al gezien. Ik heb er zelfs even voor dubbel geparkeerd, het levert een suffe foto op want ik moest weer snel terug vanwege een achterligger. Maar het gaat me om het idee.

Hier een bankje waar ik, ondanks ingedroogd chrysantje, toch wel vrolijk van word. Maar het aller, aller heerlijkst is de groene waas die de bomen op de Nieuwe Plantage vertonen. Nog twee dagen en dan is het lente!

Hoop en Droom

Toen ik zondag door de Delftse Hout liep, hoorde ik heel hard gesnater maar kon niet zo snel uitvinden waar het geluid vandaan kwam. Tot ik plots een eend bovenin een dode knotwilg zag zitten. Het deed me direct denken aan het verhaal van de kraanvogel, waar ik vorige week vrijdag (klik) over schreef.

Een herrie dat ze maakte, niet normaal. Toen ik eenmaal binnen achter glas aan een cappuccino zat, kwam haar verloofde er eindelijk aan. Zij vloog direct het slootje in en zwom tevreden naast de man die ze even dacht kwijt te zijn. Hij behield zijn kalmte met een blik van waar-maak-je-je-druk-om. Helaas liep het verhaal van het gearrangeerde huwelijk tussen de twee kraanvogels minder goed af. Ze zijn nooit in het moeras dat als tussenstop diende, aangekomen. Want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren…

Achttien

Het voelt als gisteren dat hij geboren werd en vandaag is hij achttien geworden, kleinzoon Lucas. Zijn komst maakte ons opa en oma en we kunnen maar met moeite bevatten dat hij nu een volwassen man is. Zo’n aardig kind, een vroege prater, een slim ventje. Altijd genuanceerd en bereid te helpen. Na een bijbaantje in de horeca en bij de broodafdeling van de Appie is hij nu zweminstructeur in zijn vrije tijd. En voetballer. Nog een jaartje en dan zit zijn middelbare schoolopleiding er op. Echt hoor, een leukere kleinzoon kunnen we ons niet indenken. En wij zijn natuurlijk totáál onbevooroordeeld. Op 1 april gaan we met de familie zijn verjaardag vieren en dat is ook al geen grap.