Het werd gisteren een dagje Perugia, de hoofdstad van Umbria. We waren er dit jaar alleen maar even doorheen gekomen om familie van de trein te halen. De stad ligt op een uurtje autorijden hier vandaan en heeft een rijke geschiedenis. De entree via een oud ondergrondse gangenstelsel waar ooit een burcht bovenop heeft gestaan, de Rocco Paolina, is ronduit spectaculair en dateert nog uit de Etruskische beschaving, lang voor het Romeinse Rijk.
Maar van welke kant je de stad ook binnenkomt, uiteindelijk komt iedereen uit op het centrale plein het Piazza IV Novembre. Niets leukers dan daar op de trappen van de Duomo San Lorenzo te gaan zitten en om je heen te kijken. Naar mensen maar ook naar de schoonheid van alle gebouwen en de centrale fontein.
Hoewel de straten nog nat waren en we de hele tijd een paraplu meesjouwden, werd het weer allengs beter. We hadden geen zin in een museumbezoek en lieten de Galleria Nazionale dell ‘Umbria voor wat het was, al laat ik hier nog wel even de fraaie ingang zien. Na Gubbio is Perugia echt wel onze favoriete stad. We lunchten er voortreffelijk maar zonder nagerecht. Dat neemt de wijnboer toch het liefst op straat.