Sinds we in Delft wonen is mijn belangstelling voor de schilder Vermeer enorm toegenomen. En veel mensen weten dat. Van mijn nichtje kreeg ik afgelopen week deze kaart met dit leuke boek. Een thriller over een zogenaamd ‘vroege’ Vermeer en over meester vervalser Han van Meegeren. En over deze laatste wist ik niet zoveel, afgezien van zijn vervalsingen en Het Hertje. Han werd door zijn vader gedwongen om Bouwkunde aan de TU in Delft te studeren, het vak van schilder vond zijn vader niets. Han heeft uiteindelijk slechts één gebouw ontworpen én gebouwd: het clubhuis van de roeivereniging De Delftsche Sport. En dat is op ongeveer vijftig meter van onze voordeur gelegen. De studie heeft hij niet afgemaakt.
Het boek las ik in hoog tempo uit en was heel boeiend, ook al door de geschiedenis van de vervalser. Zo raakte ik vervolgens weer geïnteresseerd in de schrijver Jeroen Windmeijer, die in Delft geboren is. In het najaar verschijnt het eerste deel van zijn triologie De schaduw van Vermeer die zich afspeelt in Delft. Dus weet ik nu al wat ik tegen die tijd voor mijn verjaardag wil krijgen. Overigens begint hoofdstuk 1 in De Vervalste Vermeer met de volgende zin: Marijke Assies opende de voordeur van het Museum Valse Kunst, gevestigd in het statige voormalige Raadhuis van het kleine dorpje Vledder. Dat lijkt me dus een aardig museum om eens te bezoeken. Maar ik sloeg vooral aan op de achternaam van Marijke. En een stel goede vrienden van ons, zeker ook.