
Een week geleden was ik bij mijn moeder en zij had voorjaarskriebels, zei ze. En dat betekent kastjes opruimen. Ik heb het van geen vreemde. We gingen samen aan de slag met een grote ladenkast. Pas in de laatste lade kwamen we wat foto’s tegen. Was dat in de eerste gebeurd, dan was er van opruimen, of beter gezegd van herschikken, niet veel meer terecht gekomen. We kwamen een foto tegen van oma Moeke, haar moeder. Die is al meer dan vijftig jaar dood en heeft nooit achterkleinkinderen gekend. Ik kan me haar overigens nog heel goed voor de geest halen. Ik weet nog hoe haar stem klonk, haar lach, de Friese woorden die ze tussen het Nederlands door gooide maar vooral haar hartelijkheid. Een andere foto die we tegenkwamen is die van vier generaties vrouwen. Mijn moeder, mijn dochter, mijn kleindochter en ikzelf. Als ik zie hoe onze dochter met haar oma omgaat besef ik plots nog beter welke plaats ik inneem in leven van onze kleinkinderen. Waar het opruimen van een laatje al niet toe kan leiden.
