Leuke dingen doen met leuke mensen (1)

Gisteren zaten we in op dit ruime balkon bij vrienden aan de koffie. Het balkon is tot een soort serre gemaakt met glas rondom en dus zaten we heel comfortabel op tien februari in de zon op een balkon! Daarna was er een smakelijke lunch voor ons gemaakt en tenslotte gingen we met z’n vieren op pad. Er is een traditie van naar theater of museum gaan met elkaar maar deze keer bezochten we drie Westlandse kringloopwinkels. Een afspraak die al langer stond maar die wat samenstelling en datum nogal eens wijzigde. Ik heb geen kringloopwensenlijstje meer maar kom altijd wel wat tegen waarvan ik niet wist dat ik het nodig had. Een boek bijvoorbeeld dat ik wel onlangs op mijn leeswensenlijstje zette (1953 van Rik Launspach, voor €1,-). De overige prijzen in kringloopwinkels stijgen inmiddels behoorlijk. Ik schrok van wat men voor Royal Albert kopjes vraagt. En ik vind ze niet eens mooi.

Toeristisch en cultureel

We begonnen met koffie en gebak in Stolwijk, mijn blogvriendin Marthy (klik) en ik. Sinds een aantal jaren zoeken we elkaar ’s winters op. Het ene jaar komt zij naar mij, het andere ga ik naar haar al was er vanwege de bekende oorzaak een paar jaar niets van gekomen. Vaak ondernemen we samen iets, soms kletsen we alleen maar. Dit keer deden we beide.

We gingen naar Gouda, waar ik toevallig zaterdag ook al was. Dit maal kwam ik in het nog centralere deel terecht waar de tijd lijkt te hebben stil gestaan. Het is een ijzig koude dag maar daar hadden we niet zoveel last van, we liepen doelbewust naar het museum. Daarover morgen meer. Nu alleen nog even laten zien dat Gouda naast de wereldberoemde stroopwafels ook bekend is om een heerlijk ander product.

In het Mauritshuis op een regenachtige middag

Het vroegere woonhuis van de familie Frick in New York, dat sinds 1935 museum is, wordt verbouwd. Dat is de reden dat tien schilderijen van Hollandse meesters voor het eerst in honderd jaar weer in Nederland waren. Het grootste zelfportret van Rembrandt is het topstuk van deze expositie in het Mauritshuis in Den Haag en ik wilde heel graag oog in oog met de meester staan. We bekeken eerst een film waarin we meer te weten kwamen over de kunstverzamelaar Frick. Daarna passeerden we een prachtig landschap van Jacob van Ruisdael. Nou ja, we stonden er ook uitgebreid bij stil, uiteraard.

En toen de drommen mensen voor even verdwenen waren, konden we van dit zelfportret genieten. Een foto of zelfs een fraaie reproductie haalt het niet bij het fysiek aanwezig zijn van een meesterwerk. Ik kan er lang naar kijken.

Ook dit werk van Johannes Vermeer kon op onze aandacht rekenen. De soldaat en het lachende meisje, heet het. Zijn nalatenschap is niet heel erg groot, zo’n 35 stukken, waarvan het merendeel zich in het buitenland bevindt. Binnenkort (van 10 februari tot 4 juni) zal er in het Rijksmuseum in Amsterdam een grote overzichtstentoonstelling worden gehouden met stukken uit vele musea van over de hele wereld. Wie weet lukt het ons daar naar toe te gaan. Voorlopig ben ik blij déze expositie te hebben gezien, die nog maar tot en met 15 januari wordt gehouden.

Het mooiste portret

Hoewel het Depot in Rotterdam dus geen museum is, was er een zaal met kunst te bezichtigen. Kunst uit de collectie van de Rabobank. Er hing ook een serie portretten van jonge fotografen in het kader van Rabo Photographic Portrait Talent 2022. Ik laat er hier drie zien die we op ansichtkaart hebben meegenomen, wat natuurlijk heel veel kwaliteitsverlies oplevert als ik dat thuis nogmaals fotografeer. Als publiek mochten wij ook een stem uitbrengen. Ik deed dat voor het portret rechtsonder, de wijnboer koos voor de linker.

De maker van het linker portret, Wouter le Duc fotografeerde Daniëlle Zawadi. Zij is een jonge schrijfster die meedeed aan een programma om schrijftalent te ontwikkelen. Dit portret is de uiteindelijke winnaar en Wouter ontving hiervoor een geldbedrag en zijn foto is nu opgenomen in de Rabo collectie. Fotograaf en geportretteerde zijn jonge talenten, wat een mooie samenloop van omstandigheden.

Je kan de pot op

En als je dan boven op De Pot staat, dan zie je dit. Een prachtige daktuin met uitzicht op Rotterdam. De Pot, zo heet in de volksmond het Depot, herbergt meer dan 150.000 museumstukken, er zijn restauratiewerkplaatsen en zelfs in de glazen lift passeer je kunstwerken.

Het gebouw is op zichzelf een waar kunstwerk en je komt er echt letterlijk ogen tekort. Alles spiegelt of is van doorzichtig glas. Op 5 november was het een jaar open en is nu al een waar succes. Wij hadden vorig jaar december tickets besteld maar vanwege de lockdown waren die al snel niet bruikbaar. Gisteren zijn we in de herkansing geweest en als museumkaart-houder kan je er gratis in. Het is nadrukkelijk geen museum en veel kunst wordt in klimaatruimten bewaard. Maar met een – ook al gratis – rondleiding kregen we voorzien van deskundige uitleg, toch wat te zien van wat er in de opslag staat.

We waren hevig onder de indruk en wie een dagje Rotterdam doet, raad ik aan dit Depot niet over te slaan. Ook al doet de beetje flauwe titel van dit blog anders vermoeden.

Bevroren voetstap

Niet alleen de Sint in het land maar ook Koning Winter. Oei, wat was het koud vanmorgen in de polder. Laag bij de grond was goed te zien hoe de vorst alles prachtig wit bepoederd had. Op kleine sloten lag al een ijsvliesje. Sjaals, handschoenen, dikke winterjacks; alles was weer uit de kast gehaald om ons rondje zo comfortabel mogelijk te wandelen. Het heeft wel wat, die knisperkou. Vooral als je na afloop lekker op kunt warmen en met de vaste ploeg gaat ontbijten. Vanmiddag regende het, dat is minder fijn. Het was museumweer. Behalve sociaal, doen we ook een kleine culturele inhaalslag waarin vandaag Amalia centraal stond. Kom ik nog op terug.

Veelzijdig

Direct bij binnenkomst van de Papier Biënale hing een meterslange strook papier waarop het thema ‘Transitie’ met kreten werd ondersteund en waar bezoekers aanvullingen op konden zetten. Ik ben boos. We zouden allemaal boos moeten zijn. Boosheid heeft een lange geschiedenis van het teweeg brengen van positieve veranderingen. Dat is een bewering die ik wel kan onderschrijven. Dat hadden meer bezoekers gedaan, gezien het aantal oranje stippen dat er bij geplakt was.

Mensen met meerdere gezichten zijn ontworpen door Itie Langeland die in de Coronaperiode en de daarbij behorende eenzaamheid voor velen, droomde over een nieuwe menssoort die aan zichzelf genoeg heeft.

Tracey Bush liet werk zien van haar project Nine Wild Plants dat wordt geïnspireerd door het feit dat de gemiddelde westerse volwassene meer dan 1000 merken herkent maar minder dan 10 wilde planten. Onder glazen stolpen stonden van verpakkingen gemaakte nieuw gecreëerde planten.

In een donkere ruimte aan het eind van de expositie waren installaties te zien van minitieus met de hand uitgesneden papier door Layla May Arthur. Door de verlichtingen ontstaan er sprookjesachtige schaduwen op wanden en plafond. Het was zeker niet mijn meest favoriete werk op deze tentoonstelling, ik ga nou eenmaal graag voor kleur. Maar het toont wel aan hoe veelzijdig de papierkunst kan zijn.

Nog maar twee dagen Papier Biënale

Wat grappig om in de Rijswijkse Herenstraat in het Italiaans welkom te worden geheten. In de delicatessenzaak worden winterbloemen per fles verkocht. Dat drankje is mij onbekend maar ik ben het niet na gaan vragen want we waren naar een tentoonstelling onderweg. .

Het Tollenshuis herbergt het Rijswijks Museum en daar moesten we zijn voor de Papier Biënale, die nog maar tot zondag gehouden wordt en waarover ik enthousiaste verhalen had gehoord. Tollens is trouwens een naam die ons vertrouwd in de oren klinkt, wij woonden zeventien jaar op de Tollenskade in Voorburg en ik heb me destijds wel een beetje verdiept in deze dichter. Hij leefde van 1780 tot 1856 en woonde in dit Rijswijkse huis vanaf 1846 tot zijn dood. Zijn beroemdste gedicht is De overwintering der Hollanders op Nova Zembla.

Schuin tegenover het Tollenshuis staat de Oude Kerk die al eeuwen lang het middelpunt van Rijswijk vormt. Gebouwd op een oud binnenduin en waarschijnlijk is een eerste stenen kerkgebouw hier al in de 11e of 12e eeuw gevestigd. In het museum is uiteraard ook aandacht voor de geschiedenis van Rijswijk. Maar daar kwamen we dus niet voor. Het ging ons om de papierkunst. Daarover een volgende keer.

Flipje in Vlaardingen

Bewaren is niet alleen terugkijken, het is ook vooruitzien. Op het moment dat de dingen nog vanzelfsprekend zijn is het moeilijk ze op waarde te schatten. Later, als de tijden veranderd zijn, worden alledaagse voorwerpen bijzondere bronnen van informatie. Dankzij het historisch besef van Jan Anderson is een schat aan materiaal bewaard gebleven die voor jong en oud te zien en te beleven is. Deze tekst staat op de site van het Streekmuseum Jan Anderson. Wij waren daar afgelopen zaterdag samen met vrienden en onze reacties waren eensluidend: ‘dat hadden wij vroeger ook’ of zelfs: ‘ík weet nog hoe het rook’.

Er zijn plannen om na de dood van de rasverzamelaar Jan Anderson (nu 85 jaar) het museum als een soort tijdcapsule te sluiten en pas na vijftig jaar weer te openen. Daar schijnen nogal wat bezwaren tegen te zijn dus of dat doorgaat is maar de vraag. In elk geval keken wij verwonderd rond in deze privéverzameling. Delen uit de collectie worden vaak uitgeleend aan filmproducers en tv-makers. Als er érgens historische attributen te vinden zijn, ook uit de Tweede Wereldoorlog, dan is het wel hier of in de verzamelloods van Anderson. Dit kleine museum is elke zaterdag en de eerste zondag van de maand gratis te bezoeken. Dus ben je in de buurt van Vlaardingen dan zou ik zeker een kijkje gaan nemen.

Biefstuk

Waar eens het legermuseum aan de Korte Geer in Delft was gevestigd, zit nu een restaurant dat vermaard is om zijn biefstukken. Wel eens van Loetje gehoord? Een beetje vleeseter kent die horecanaam vast wel. Ik was nieuwsgierig geworden door publicaties op een Delftse site. Men is lang bezig geweest met het vinden van een goede bestemming van het vrijgekomen legermuseum, er was nog een lockdown te verstouwen maar nu is het eindelijk geopend. Op maandag tot en met woensdag gaat het pas om vier uur open, de andere dagen al om twaalf uur. Vandaar dat, toen ik er rond twee uur vanmiddag stond, nog weinig leven in de brouwerij was te beleven.

Thuis heb ik nog even de menukaart bestudeerd en tot mijn verrassing zag ik kalfslever op de kaart staan. De wijnboer en ik hadden daar onlangs een hele slechte ervaring mee in een restaurantje hier in de buurt. Misschien gaan we voor dat zo specifieke gerecht nog wel eens op een mooie zomeravond op een van de terrasboten zitten. De beroemde biefstuk is aan mij niet besteed maar voor goed orgaanvlees wil ik wel een stukje omfietsen.