Ergernis

Na al die jubelverhalen over fijne bediening in supermarkt en restaurants, ook een blog over de ongenoegens hier. Wij als ‘bergbewoners’ moeten ons eigen afval wegbrengen. In de stad komt gewoon de vuilnisophaaldienst langs. Dat liep geregeld behoorlijk uit de hand want onze containers werden ook gebruikt door anderen met als gevolg overvolle bakken die niet meer dicht konden. Sinds kort zitten er sloten op de containers en kregen wij, als gebruikers, een sleutel. Dat leek een tijdje goed te gaan. Tot we dit gisteren zagen. Ondanks de verbodsborden (zie het bovenste bord op de boom) wordt er weer gewoon neergekwakt. Een rommelig entree van de bergweg, die nou juist onlangs zo is opgeknapt want geasfalteerd en waarover we zoevend naar boven kunnen rijden. Gelukkig werden we even later op dit uitzicht getrakteerd.

Tussen Pasen en Pinksteren

Onder deze enorme dot slagroom liggen aardbeien verborgen. Het was het nagerecht van de wijnboer maar ongevraagd werd het tússen onze borden in gezet en voorzien van twee lepeltjes. Nagerechten delen is heel gewoon en ik aarzel dan niet ook een vorkje dan wel lepeltje mee te prikken. Het gebeurde in een restaurant waar we een paar maal met vrienden op eerste Paasdag afspraken. Aan het weghalen van de Paasversiering van dit jaar is men nog niet toegekomen. Het riep goede herinneringen op en de baas wilde ook wel even op de foto, speciaal om de foto naar die vrienden toe te kunnen sturen.

Bij de koffie kregen we nog een extra stukje zandtaart toe, de overgebleven aardappeltjes en een gegrilde aubergine die we echt niet op konden, werden, ook al ongevraagd, meegegeven in een bakje. De bediening van dit eenvoudige restaurant, waar ’s avonds ook pizza’s te bestellen zijn, liet ons maar weer zien hoe vriendelijk de meeste Italianen hun gasten behandelen. Toen we de deur dichttrokken werd ons een hartelijk ‘auf wiedersehen’ na geroepen. Nou ja, dat verstaan we ook.

Wat te doen tijdens een lange rit

We hadden speciaal Tweede Paasdag uitgekozen om de grootste afstand naar Italië te overbruggen. We wisten dat zowel in Duitsland, Zwitserland en Italië deze dag als zondag wordt gevierd en dat betekent geen vrachtverkeer op de weg. Dat scheelt enorm in de drukte. Dat het onderweg veel heeft geregend, was echt heel jammer. Behalve dat het erg vermoeiend rijdt, leverde het ook veel vertraging op. In totaal hebben we er elf uur over gedaan en rolden we stram en stijf de auto uit.

Tijdens het rijden wisselden we muziek af met stille periodes, stopten af en toe om van chauffeur te wisselen, te tanken, te plassen en koffie te drinken. In Duitsland stond ik een moment te stoethaspelen met mijn bankpasje om te betalen voor toiletgebruik. Een aardige man, die dat zag, gaf me een muntstuk van €2 voor het toegangspoortje en beende direct weg. Hij schonk het mij. Hoe aardig. Ik zal wel heel ‘hoognodig’ hebben gekeken. We eten onderweg altijd krentenbollen belegd met kaas. En toen we in de file voor de Gotthardtunnel stonden, luisterden we naar Marjan Berk en Yvonne Keuls. Dat leidde lekker af en voorkwam ergernis. En uiteindelijk is daar dan Hotel Sesmones waar we overnachtten. We weten dat er een fijne kamer voor ons in orde is gemaakt, er is een prima restaurant en we slapen er altijd als marmotten. Al met al was het toch een aardig pittig ritje en daalt langzaam aan het besef neer dat we niet meer de vijftigers zijn die we waren toen ons Italië avontuur begon.

Niet normaal…

…maar wel heel gezellig! Donderdagavond zaten we bij vrienden in Scheveningen aan tafel, zaterdag bij onze dochter en schoonzoon, zondag bij een zus. En overal heerlijk gegeten. Wat een luxe! Naarmate ons vertrek naar Italië nadert, is onze agenda op z’n volst. De complete wandelclub zat gisterochtend aan het gezamenlijke ontbijt en dan heb ik het nog niet eens over vandaag en morgen. Op de eerste foto de twee kleindochters die apart van ons aten om daarna een filmpje te kijken. Zo konden wij, met de andere opa en oma en onze kinderen rustig tafelen.

In het volle restaurant was het zondag een drukte van belang maar in het gezellige geroezemoes ( wat een heerlijk woord) konden we onze verhalen toch prima kwijt. De wandelclub noemt zich, niet ten onrechte, ook wel de eetclub.

En dan vandaag een vriendinnenclubje. De een overwintert in Spanje, de ander overzomert in Italië. We konden nog net een datum vinden om elkaar te zien. Ik ben aan alle kanten bijgepraat en kan de tweezaamheid op onze berg binnenkort weer uitstekend aan met een stapel verse herinneringen aan mooie vriendschappen.

Smakelijk

Als er dit soort schilderijtjes voor je neus staan, dan zit je heerlijk te lunchen. En als dat dan ook nog in goed gezelschap is van een stel oud-collega’s dan heb je een perfecte middag. We zaten in een uitstekend restaurant waar de zon de serre verwarmde en de verhalen in heden en verleden elkaar afwisselden. En omdat we redelijk in de buurt waren van een neef die het familie-archief bijhoudt, reden we daar na afloop nog even naar toe. We brachten wat spulletjes die via mijn moeder bij hem terecht moesten komen. Bij hem en zijn vrouw werden we op thee met wat lekkers getrakteerd. En op mooie verhalen. Dus ja, als je zo’n bijzondere middag hebt doorgebracht, verschijnt je blog automatisch wat later dan normaal.

Rituelen

Zondagmiddag is bij uitstek een moment waar grote gezelschappen met elkaar aan tafel gaan voor een feestelijke pranzo. Zo ook vandaag weer; een grote groep zat op het overdekte terras bij Alla Balestra, één van onze favoriete restaurants. Zomers zitten we hier vaak ook buiten, vanmiddag nog achter glas met uitzicht op de toren van de Johannes de Doper (klik).

Na onze voortreffelijke maaltijd liepen we nog even naar ons favoriete plein om de kerk aan de voorkant te bewonderen en voor de ‘Quatro passi’ die wij in navolging van Italianen graag maken na het eten. Goed voor de spijsvertering. Daar liep Claudio. Niet dat we hem kennen maar een vrouw achter ons, we denken zijn moeder, riep op dwingende toon en met steeds groter ongeduld zijn naam. Maar Claudio hoorde het niet, of deed alsof. Ik schat dat daar een hoop frustratie van beide kanten mee gemoeid ging. Ik kwam nog een gevulde waslijn tegen in een hoekje vol aanbouwsels, kabels, hekwerken en techniekkastjes, dat móest op de foto. Nu ga ik thuis mijn boek uitlezen. Dat past op de een of andere manier bij de invulling van de zondag. En mijn moeder om twaalf uur vanuit Italië bellen, dat hoorde er ook zo bij maar dat kan helaas niet meer.

Draden en auto’s

Even de stad Gubbio in voor de zondagse pranzo. Zo’n eerste keer na een afwezigheid van een paar maanden, kijken we weer met frisse blik naar de omgeving. Twee dingen vallen altijd op: overal lopen de kabels en draden bovengronds en van een autovrij centrum wil niemand hier wat weten. Nu ervaren we het als een beetje storend, over een week vinden we het weer heel gewoon.

Dit is Picchio Verde, het restaurant waar het vanmiddag weer bomvol was met grote gezelschappen en het daarbij horende kabaal. Wij hanteren altijd de vertaling als we deze plek benoemen: de Groene Specht. De eigenaar noemen we voor onszelf de man met de mooie stem. Een bas die prachtig galmt in de stenige ruimten. Het eten is er heerlijk.

Na afloop, op weg naar de geparkeerde auto, dwalen we nog even door wat schilderachtige straatjes en schiet ik lukraak wat foto’s. We zijn een middag van het erf af geweest en kunnen een nieuwe werkweek weer helemaal aan.

Vorderingen

Dit zijn de peulen van de wisteria (blauwe regen) die op het terras gevallen zijn. Die moeten afgevoerd worden. Zo simpel is mijn werk momenteel.

De wijnboer is in de wijngaard. De valse meeldauw van vorig jaar mag dit jaar absoluut geen kans krijgen. Op de biologische manier bespuit hij de wijnstokken met een mengsel van melk, water, zout en knoflook. Hij is er anderhalve dag mee bezig geweest. Op de foto loopt hij net naar de keuken om weer een nieuw mengsel te gaan maken.

Op de terugweg richting de wijngaard neemt hij ook de overvolle manden met blad mee voor de compostbakken. Het is nu zaterdagmiddag bijna half vier. De zon schijnt en we zijn wel even uitgewerkt voor het moment. We gaan aan de thee in de tuin en het restaurant voor de zondagse pranzo is geboekt. We hebben het enorm naar onze zin.

Op stap

Met een dertienjarig kleinkind een paar dagen op stap, dat is inmiddels een traditie die we voor de derde keer uitvoeren. Opa deed de kleinzoon, ik doe de kleindochters. Isabel en ik vertrokken vanmorgen naar een stad waar we logeren in een tot hotel omgebouwd Huis van Bewaring.

Nadat we gezellig hebben geluncht, doken we meteen een klein museum in waar we meer te weten kwamen over een artikel waar deze stad beroemd om is.

We moeten maar eens goed bedenken wat we morgen gaan doen als de plensbuien aanhouden. Straks gaan we hier in het restaurant eten, dat is onderdeel van dit arrangement. Handig om nu de deur niet meer uit te hoeven. Iemand al enig idee waar we zijn?

De verleiding in het museumrestaurant

Het valt me altijd op dat Nederlandse musea goed verzorgde winkels hebben en dito restaurants. Hier in Museum Prinsenhof wandel je eerst dóór het restaurant waarna je aan het eind rechtsaf de tentoonstellingsruimte ingaat. Ik denk dat vrijwel iedereen zich dan al bedenkt om na afloop een kop koffie of thee te gebruiken.

Het meubilair is eenvoudig maar de historische omgeving maakt dat het er heel aangenaam voelt. De bediening is er ook al prettig en de wijnboer, die nog steeds niet helemaal op gewicht is, nam naast de koffie een klein appeltaartje, waar ik af en toe ook een minihapje van nam. Wat ik niet zou moeten doen want ik ben ruim op gewicht.