De verleiding in het museumrestaurant

Het valt me altijd op dat Nederlandse musea goed verzorgde winkels hebben en dito restaurants. Hier in Museum Prinsenhof wandel je eerst dóór het restaurant waarna je aan het eind rechtsaf de tentoonstellingsruimte ingaat. Ik denk dat vrijwel iedereen zich dan al bedenkt om na afloop een kop koffie of thee te gebruiken.

Het meubilair is eenvoudig maar de historische omgeving maakt dat het er heel aangenaam voelt. De bediening is er ook al prettig en de wijnboer, die nog steeds niet helemaal op gewicht is, nam naast de koffie een klein appeltaartje, waar ik af en toe ook een minihapje van nam. Wat ik niet zou moeten doen want ik ben ruim op gewicht.

Ritme en licht

Lothar Wolleh (fotograaf uit Düsseldorf) en Jan Schoonhoven (beeldend kunstenaar uit Delft) waren goed bevriend met elkaar. Tegen de achtergrond van hun gedeelde fascinatie voor de werking van ritme en licht ontstaat een nieuw perspectief op het leven en werk van Jan Schoonhoven, aldus een beschrijving in Museum Prinsenhof.

Schoonhoven vindt zijn inspiratie in alledaagse ritmes van gevels, metselwerk en bestrating en verwerkt dit in abstractie tekeningen en reliëfs. Wolleh fotografeert hem in zijn dagelijkse omgeving zowel thuis als in de stad. Al eerder schreef ik over Schoonhoven (klik) die overdag een onopvallend leven leidde op het kantoor van de PTT in Den Haag. In zijn Delftse huis kwamen ’s avonds en in het weekend medekunstenaars en muzikanten. In een reactie op mijn blog van destijds staat een interessante aanvulling door Ben van Bommel op deze bijzondere Delftse kunstenaar.

Het frappante van deze tentoonstelling is dat je anders gaat kijken naar zijn kunst en vooral ook naar het ritme en het licht van de stad.

Nog te zien tot 7 januari 2024.

Laatste keer over Vermeer

Aan het stratenplan in het centrum van Delft is niets wezenlijks gewijzigd in de loop der eeuwen. Het is op dit schilderij goed te zien. Johannes Vermeer zou er zo zijn weg nog kunnen vinden, wordt beweerd en dat geloof ik grif. Veel van de kunstwerken die de amateurs maakten voor het tv-programma De Nieuwe Vermeer zijn te bewonderen in diverse etalages in het centrum. Ik denk dat Vermeer van die winkels wél vreemd op zou kijken.

Hier nog twee winnaars die in Museum Prinsenhof terecht zijn gekomen. De zwart-witte is mijn favoriet. De overige tentoonstelling liet zich in de donkere ruimten moeilijk fotograferen. Heel mooi is de combinatie van uitvergrote werken van Vermeer met daarbij de echte voorwerpen als stoelen, tapijten, kannen en kruiken er bij gezet. Mooi dus en eigentijds samengesteld op thema’s als tijdgenoten en interieurs. Maar wel klein. Dus loop even binnen tijdens een dagje Delft dan doe je binnen een uur deze tentoonstelling.

Aanvulling: Er is wat commotie ontstaan over de kunstwerken uit de serie De Nieuwe Vermeer. De ‘creatieven’ zoals ze genoemd werden door omroep Max, bestonden vooral uit gevestigde kunstenaars. Met het woord ‘amateurs’ in mijn tekst, doe ik ze dus ook geen recht. Een Heer van Stand die zijn Handen Wast is gemaakt door Domenique Himmelsbach de Vries. Het concert is gemaakt door Joke van Haperen.

Ontdek het Delft van Vermeer

Het ziet er naar uit dat de oproep die in de titel staat, massaal opgevolgd wordt. In Museum Prinsenhof is nu een tentoonstelling die vooral gaat over tijdgenoten van Vermeer en Delft toentertijd. Het was in de 17e eeuw een bruisende stad waar kunst en wetenschap bloeiden en waar Johannes Vermeer als schilder zijn talent kon ontplooien.

Om vijf voor elf stond ik te wachten om naar binnen te kunnen gaan, dan opent het museum pas. In de hal, waar het museumcafé is, hingen de schilderijen van de amateurwinnaars uit de tv-serie die onlangs zes zondagavonden te zien was en die allemaal een thema van Vermeer uitbeelden. Nadat ik de echte tentoonstelling had gezien en mezelf op een cappuccino trakteerde, was het dringen geblazen bij de nieuwe Vermeers. Daar kom ik nog op terug. Nu het vrijwel onmogelijk is nog een toegangskaartje voor de overzichtstentoonstelling in het Rijksmuseum in Amsterdam te bemachtigen, zal de toeloop in Delft nog groter worden. Ik fietste al slalommend tussen de toeristen terug naar huis.

De metamorfose van Cleopatra

Als ik een kringloopwinkel instap, raadpleeg ik ook altijd mijn boodschappenlijstje dat ik er speciaal voor op mijn telefoon heb staan. Een zwarte wissellijst van een zekere afmeting stond er al een paar maanden op. Daar was ie dan. In dezelfde winkel als waar we de rieten stoelen vonden, viel mijn oog op Cleopatra. We zien haar op een gereproduceerde filmposter uit 1913. Die film werd gemaakt in Rome, dat vind ik dan wel geinig.

De prent die ingelijst moest worden, is een vlot geschetste pentekening die ik kreeg van een mede-exposant van mijn zus, toen we de opening bijwoonden van hun tentoonstelling (klik) in augustus. ‘Ben jij die zus die in Gubbio woont?’ vroeg hij. ‘Dan heb ik iets voor je’. En daar kwam uit en grote tekenmap dit voor ons welbekende stadsgezicht. Hij maakte het in 1997. Cleopatra zit er nog onder maar voorlopig mag Jan Jehee in dit lijstje, waar ik een leuke plek voor ga vinden in ons Delftse huis.

Veelzijdig

Direct bij binnenkomst van de Papier Biënale hing een meterslange strook papier waarop het thema ‘Transitie’ met kreten werd ondersteund en waar bezoekers aanvullingen op konden zetten. Ik ben boos. We zouden allemaal boos moeten zijn. Boosheid heeft een lange geschiedenis van het teweeg brengen van positieve veranderingen. Dat is een bewering die ik wel kan onderschrijven. Dat hadden meer bezoekers gedaan, gezien het aantal oranje stippen dat er bij geplakt was.

Mensen met meerdere gezichten zijn ontworpen door Itie Langeland die in de Coronaperiode en de daarbij behorende eenzaamheid voor velen, droomde over een nieuwe menssoort die aan zichzelf genoeg heeft.

Tracey Bush liet werk zien van haar project Nine Wild Plants dat wordt geïnspireerd door het feit dat de gemiddelde westerse volwassene meer dan 1000 merken herkent maar minder dan 10 wilde planten. Onder glazen stolpen stonden van verpakkingen gemaakte nieuw gecreëerde planten.

In een donkere ruimte aan het eind van de expositie waren installaties te zien van minitieus met de hand uitgesneden papier door Layla May Arthur. Door de verlichtingen ontstaan er sprookjesachtige schaduwen op wanden en plafond. Het was zeker niet mijn meest favoriete werk op deze tentoonstelling, ik ga nou eenmaal graag voor kleur. Maar het toont wel aan hoe veelzijdig de papierkunst kan zijn.

De zomer van Jeanne

Tussen een zakelijke afspraak in Maasland en een gezellige eetafspraak bij vrienden in ’s Gravenzande zagen we gistermiddag kans om nog even het Museum Maassluis te bezoeken. Daar was een kleine tentoonstelling te zien met werk van Jeanne Bieruma Oosting. Over haar leven en werk las ik onlangs een biografie (klik) geschreven door Jolande Withuis. Zij is ook de initiatiefneemster van de reeks tentoonstellingen die deze zomer op vijf locaties zijn georganiseerd. Ik ben echt blij om in de gelegenheid te zijn geweest tenminste één van deze exposities te bezoeken.

We zien een poppenkastvoorstelling in de Jordaan en twee huiselijke taferelen. Vooral de laatste spreekt me zeer aan. Ik hou van interieurs en vrolijke kleuren dus werd ik als het ware naar dit schilderij toegezogen. Toen we later op de dag bij onze vrienden eerst in de tuin borrelden en daarna een heerlijke maaltijd kregen, begreep ik nog beter waarom juist deze schilderijen mijn dag kleurden. We tafelden nog lang en gezellig na en reden rond tien uur naar huis toen de schemering begon. Ik schreef het gisteren al; het was een lange vrolijke dag.

Sterke vrouw

Tijdens de laatste boekenweek kocht ik dit boek. Een mooi gebonden exemplaar met een leeslint. Zo’n boek om je op te verheugen het te gaan lezen. Het gaat over een vrouw uit een adellijk Fries geslacht. Zij wil graag schilderes worden maar dat past totaal niet in het milieu waaruit zij komt en is bovendien tegen de tijdgeest. Desondanks weet ze met veel doorzettingsvermogen een glansrijke schilderscarrière te bewerkstelligen en ze beheerste vrijwel alle facetten van het vak. Ze was eigenzinnig en had een imponerende vitaliteit en groot talent. Mensen die haar gekend hebben noemen haar fier, vastberaden, gedreven en gehaast. Al deze aspecten komen aan bod in dit boek waarin haar lange leven nauwkeurig wordt beschreven.

Mede naar aanleiding van dit boek zijn er deze zomer maar liefst vijf tentoonstellingen van haar werk te zien. Die in Museum Maassluis, waaraan zij veel werk heeft nagelaten, wil ik zeker gaan zien. Jullie hadden al wel door dat ik het geboeid heb gelezen. Voor wie belangstelling heeft voor beeldende kunst, een geëmancipeerd vrouwenleven én geschiedenis is dit boek een echte aanrader.

Haar klant was koning

foto van het www

Deze familieportretten zijn wat mij betreft de meest ontroerende van de tentoonstelling van Thérèse Schwartze. Op het bovenste schilderij uit 1906 zien we Aleida van Ogtrop-Hanlo met haar vijf kinderen. Tien jaar later schilderde ze de zes dochters van de familie Boissevain. Op verzoek van deze laatste familie werden de dochters wat traditioneler geschilderd dan de Van Ogtrop kinderen. Die uitvoering werd door de familie Boissevain als te modern beschouwd. Thérèse beheerste alle stijlen en de ondertitel van de tentoonstelling haar klant was koning is dan ook niet voor niets gekozen.

Hier zien we een zelfportret uit 1907, dat als een visitekaartje fungeerde en daarom vaak op tentoonstellingen hing. Ze was een zeer veelgevraagd portrettist, maakte in totaal zes schilderijen van Koningin Emma, Wilhelmina en Juliana als kind. Thérèse bezwoer haar vader dat ze in staat zou zijn haar eigen brood te verdienen met schilderen en is daar ruimschoots in geslaagd. Ze heeft meer dan duizend schilderijen gemaakt en was zeer succesvol.

foto van het www

Foto’s maken op een tentoonstelling in een tamelijk kleine ruimte is geen sinecure. Vandaar dat ik er ook een paar plaats die ik van internet haalde. Er waren ruim vijftig portretten te zien en ik ben zeer geïnteresseerd geraakt in het leven en werk van deze kunstenares. De tentoonstelling in het kleine museum Paul Tetar van Elven kan ik van harte aanbevelen.

Onze eigen galerie

Dit soort weer noem ik ook wel museumweer. Nog even en we mogen en kunnen weer. Ik heb al een lijstje van tentoonstellingen die ik graag wil zien al kan ik dat nu even niet terug vinden. Ha, ha, dat krijg je er van als je van lijstjes aan elkaar hangt. Een stad bezoeken, op een terras kunnen lunchen en dan ook een museumpje pakken, ik verlang er inmiddels hevig naar. Gelukkig hangen er in de centrale hal nog twee kunstwerken waar ik dagelijks een blik op kan slaan en die ik hier nog niet heb laten zien. Vooral het Rococo trio spreekt me wel aan.