Obstakels

Overal in Gubbio kwamen we bemodderde atleten tegen. Dit weekend werd er het Gubbio Spartan Trifecta weekend gehouden (klik); van een vijf kilometerloop met daarin twintig obstakels tot een halve marathon met dertig obstakels. Helaas kon ik niet dichterbij komen zonder zelf eerst allerlei obstakels te overwinnen en dat laat mijn loopvermogen niet toe. Het zag er allemaal reuze sportief en spannend uit op het grasveld bij het Teatro Romano.

Rond het plein van de oude woldrogerij was de maandelijkse curiosamarkt. Veel kraamhouders zaten stevig ingepakt in gewatteerde jassen te wachten op klanten, of ze bonden de zeilen nog maar eens vast om de handel droog te kunnen houden. Er werd niets aangeboden dat mijn begeerte opriep. Gelukkig maar. Al vond ik de uitstalling in ‘zomaar’ een nis, wel fotogeniek. En ja, die oude deur is prachtig voor wie hem maar net nodig heeft.

De wijnboer bezweek nog wel voor zijn eerste ijskoude ijsje dit seizoen.

Van alle markten thuis

Geïnspireerd door blogvriendin Jeanne (klik) plaats ik vandaag ook straatfoto’s. Ik begin met een overzicht van het centrale plein laag in de stad waar de weekmarkt wordt gehouden. Het brede gebouw in het centrum van de foto is van oorsprong een woldrogerij. Er gebeurt al jaren niets mee behalve dan dat het een markant stadsbeeld van Gubbio oplevert.

Telefonerende mensen zie je overal en hoeven geen nadere toelichting. Zij zijn even helemaal in hun eigen wereld teruggetrokken.

De man met de groentestal hakt in een enorm tempo al het overbodig blad van de artisjokken. Hij is bijna los en probeert mij de laatste te verkopen. Maar ik ben niet zo’n liefhebber van de verse variant.

Het grote monument ter nagedachtenis aan de veertig martelaren die als represaille in de Tweede Wereld Oorlog hier werden doodgeschoten, is door de bloemenkraam aan het oog onttrokken. Vier mensen gebruiken de treden om even te zitten en wat te drinken. Boven hen zit een serie duiven die hopen een graantje mee te pikken. Wij kochten de eerste verse aardbeien van dit seizoen en die smaken naar meer.

Gunnen

Er popte gisteravond een WhatsAppje binnen met de tekst: ‘hebben jullie zin om morgen met ons even over de Voorburgse markt te lopen en een lekker koffietje te drinken?’ Daar bood onze goed gevulde agenda nog plaats voor en dus stapten we het Huygenskwartier in en Palkinto binnen om samen met zoon en schoondochter een ‘koffietje’ te doen. Koffietje is geloof ik hun nieuwe lievelingswoord terwijl wij meestal een cappu of caffè zeggen. Maar het smaakt allemaal even lekker.

We zaten in een voor ons onbekend restaurantje Palkinto waar mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt. De naam verwijst naar het Finse woord dat ‘gunnen’ betekent. Een mooie gedachte in meerdere opzichten. Als mensen elkaar wat meer gunnen zou de wereld er mooier uitzien.

Over het Oosteinde lopend, passeerden we De Koepel (klik) een plek met veel dierbare herinneringen. Mijn drie medefamilieleden hielpen een oude dame wiens fiets was gevallen en waarvan de kettingkast was losgelaten. Het lukte hen de fiets weer te repareren, we kochten nog een bos tulpen voor de vriendin waar we vanavond naar toe gaan en gunnen ons de rest van de dag de weekendkrant, één klein opruimklusje en wat zon. Dat laatste bleek een nogal wisselend genoegen op te leveren. Ach, een mens kan niet alles hebben.

Toch nog carnaval

Als resident heb je een Italiaanse bankrekening nodig en die hebben we dus al jaren. Bij de post die we vorige week van de buren kregen, was een officiële brief van de bank met het verzoek snel het eerder verzonden formulier in te dienen, anders moest men onze bankrekening opheffen. Van een eerder verzonden formulier was ons echter niets bekend. Een afspraak bij de bank lukte vorige week niet want ‘de elektronische agenda is buiten gebruik. Bel dinsdag maar voor een afspraak’. Tot vijf maal toe bleek het nummer in gesprek en omdat we toch naar de markt gingen, besloot de wijnboer gewoon maar binnen te stappen zonder afspraak. Een uur later kwam hij weer buiten, met de stoom nog uit zijn oren en verbijsterd over het soort van vragen die moeten aantonen dat we niet aan witwaspraktijken doen. Enfin, de zaak is, aan de hand van dikke stapels formulieren, stempels en handtekeningen weer in orde en konden we overgaan tot de orde van de dag; lekker over de markt slenteren.

Veertig

Er was uitgerekend dat we veertig jaar geleden voor het eerst met elkaar waren gaan eten. Daarop volgden vele ontmoetingen en er ontstond een hechte vriendschap tussen deze oud-collega’s. Dat moet zo nu en dan gevierd worden. Helaas moest een van ons op het laatste moment afzeggen wegens een langer verblijf in het buitenland. We hebben nu een goede reden om heel snel weer een afspraak te maken met elkaar.

De lunch vond plaats in een oud postkantoor in Oud Beijerland. Nooit geweten dat dit zo’n charmant plaatsje is. Een fraai Gemeentehuis, een grachtje, mooie huizen, ik wil er nog wel eens naar terug. Een kleine stadswandeling maken, de woensdagse markt bezoeken en misschien daarna koffie in de fraaie binnentuin van het Postkantoor. Onze dochter woont er niet eens heel ver vandaan, dus wie weet is zij er ook wel voor te porren.

Wijk bij Duurstede

We doen dat wel vaker : met familie afspreken ergens in een leuk stadje, en daar een stadswandeling maken en samen lunchen. Vandaag deden we dat in Wijk bij Duurstede. Dan kan je niet om Kasteel Duurstede heen. Een van de oudste Middeleeuwse kastelen van ons land.

In 1640 was het nog in volle glorie zo laat een gevelsteen zien. Toen bestond het al ruim drie eeuwen. David, een bastaardzoon van Philips de Goede, was benoemd tot bisschop van Utrecht. Maar hij kon niet in Utrecht zelf terecht omdat daar de door het volk gekozen Gijsbrecht van Brederode als bisschop resideerde. David vestigde zich daarom op Duurstede. Hij vond de enkele Donjon toren te pover en liet in de kortste keren het hele eiland uitbouwen tot een groot machtig kasteel, met de oorspronkelijk vierkante toren in het midden. Het telde in die tijd, zonder bijgebouwen, vijfenzeventig vertrekken.

Na 1470 was het kasteel vele jaren het centrum van macht, praal en pracht, van grootse feesten en bevordering van kunst en cultuur. David bracht er veertig jaar van zijn leven door. Hij werd opgevolgd door zijn halfbroer Philips. Deze bisschop stierf in 1524 en liet zijn boedel op Kasteel Duurstede na aan zijn opvolger. Maar die voelde niets voor het aanvaarden van de erfenis omdat hij dan ook de gigantische schulden moest betalen. De hele boedel werd dan ook geveild. Uiteindelijk raakt het kasteel onbewoond en werd een ruïne. In 1883 en 1948 vonden restauraties aan de Bourgondische toren plaats. In 1986 kwam de oude vierkante Donjon aan de beurt. Eind 2013 werd de restauratie afgerond. Tegenwoordig kun je het kasteel huren voor evenementen en bruiloften. Voor ons bleef het hek gesloten maar tussen 1 april en 1 oktober kun je, mits er geen evenement plaats vindt, gebruik maken van de horecavoorzieningen. Wij weken uit naar het centrum om bij een brasserie op de Markt een heerlijk broodje te eten.

Lichtjesavond

Toegegeven; kerstsfeer is wel een onderwerp bij mij dit jaar. Toeval hoor. Gisteravond was het voor het eerst sinds drie jaar weer lichtjesavond in Delft. Overal kraampjes met glühwein en warme chocolademelk. Terrassen met een haardvuur, zoals hier op het Doelenplein.

Er was voor toepasselijke kou gezorgd met zelfs een flinterdunlaagje ijs op de grachten. De nieuwe Kerk en het stadhuis op de Markt waren fraai verlicht. In twee geopende vensters zaten een cellist en violist populaire muziek te spelen en te zingen. We zongen het Hallelujah van Leonard Cohen mee. Het begon nog net niet te sneeuwen, al was de muziek er toepasselijk genoeg voor.

De kerstboom werd ontstoken en we vermaakten ons prima met een sfeervol wandelingetje door het centrum waar het tamelijk onmogelijk was om géén mensen voor de camera te hebben. Wie zich herkent en niet gepubliceerd wil worden, kan dat melden, dan verwijder ik de foto.

Ouderwetse service

Welkom, zei de drogist in zijn gesteven witte jasschort. Alsof je terug de tijd instapt bij De Salamander op de Markt. De oudste drogisterij hier in Delft die meer dan 240 jaar zijn waren verkoopt. En of het nu ging om de kwalen van de mens, de ziekten van het vee, grondstoffen voor de bakkerij of zoiets gewoons als kaarsen en petroleum in tijden dat er nog geen elektriciteit was, deze drogist heeft de klanten kunnen helpen sinds 1780 aan al wat nodig is. En is het gevraagde niet voorradig, dan wordt alle moeite genomen het voor je te bestellen.

Kijk die uitgesleten dorpel eens, daar zijn al eeuwen lang heel wat voeten overheen gestapt. Een echte gaper siert de gevel die je hier in volle glorie ziet. Jammer van die fiets in beeld. O, wacht, dat is de mijne. Enfin, ik rondde de boodschap voor mijn moeder af en de drogist zei bij mijn vertrek: alle gezondheid gewenst.

Middeleeuwse toestanden

Toen ik gisteren mijn foto-archief indook, stuitte ik ook op deze beelden. Ze zijn van mei 2015. Het jaarlijkse kruisboogschietfestijn in de stad wordt geheel in stijl gevierd. En hoe gaat het dan als je een camera in je hand hebt? Je blijft foto’s maken waarvan er uiteindelijk maar een paar het blog halen. De rest bewaarde ik omdat ik moeilijk foto’s weg kan gooien.

Ik vind het prachtig om te zien met hoeveel zorg de deelnemers zich als echte middeleeuwers hebben gekleed. Als fééstvierende middeleeuwers zelfs. De komende dagen is er in Gubbio een middeleeuwse markt. Ik hoop dan wat ‘werkvolk’ te zien en beschouw dit maar als een opwarmertje.

Snelle afspraak

De dinsdag vullen we vaak met een bezoek aan de weekmarkt in Gubbio. Vandaag hadden we er bovendien nog een korte koffie afspraak met vrienden die eind deze week al weer naar NL terug gaan. De intentie om even met elkaar te gaan eten, kwam te vervallen wegens andere afspraken van beide partijen.

Enfin, het was aangenaam elkaar weer even te zien en we zijn weer bijgepraat. Italianen doen dat vaak staande op straat, kijk maar eens naar dit ontspannen groepje. Wij Nederlanders leven veel meer met een agenda, stelden we gezamenlijk vast.

De man die de kleine draaimolen beheert, had niets te doen. Het ding draaide wel en alle feestverlichting en bijbehorend muziekje waren aan. Eigenlijk zien we er zelden kinderen gebruik van maken. En misschien denken wij ook wel typisch Nederlands, dat we vinden dat alles altijd maar efficiënt moet gaan. We hebben het dolce far niente nog niet helemaal onder de knie. Gaan we de komende weken weer aan ‘werken’.