
Hoe ze ooit in het bezit kwam van dit boek weet mijn moeder niet meer, en wij, haar dochters, evenmin. Maar feit is dat het onlangs in een lade werd teruggevonden en het heel veel gemijmer en gezang opleverde. ‘Wat zou ik het leuk vinden omdat met alle vier de meisjes nog eens eens te zingen’, zei mijn moeder. Die vier meisjes zijn haar dochters, zestigers en zeventigers. En dus zaten we gistermiddag, met de gebruikelijk pot thee op een lichtje op tafel, bij haar en zongen we. Vaak meerstemmig, soms proestend van de lach om de sentimentele teksten en met een moeder die meezong en zichtbaar genoot. En dan haar commentaar op de Jordanese manier van zingen bij Droomland, of op Gert en Hermien, die we op haar verzoek oversloegen. Een middag van saamhorigheid en groot geluk die we nooit meer zullen vergeten.
