Gunnen

Er popte gisteravond een WhatsAppje binnen met de tekst: ‘hebben jullie zin om morgen met ons even over de Voorburgse markt te lopen en een lekker koffietje te drinken?’ Daar bood onze goed gevulde agenda nog plaats voor en dus stapten we het Huygenskwartier in en Palkinto binnen om samen met zoon en schoondochter een ‘koffietje’ te doen. Koffietje is geloof ik hun nieuwe lievelingswoord terwijl wij meestal een cappu of caffè zeggen. Maar het smaakt allemaal even lekker.

We zaten in een voor ons onbekend restaurantje Palkinto waar mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt. De naam verwijst naar het Finse woord dat ‘gunnen’ betekent. Een mooie gedachte in meerdere opzichten. Als mensen elkaar wat meer gunnen zou de wereld er mooier uitzien.

Over het Oosteinde lopend, passeerden we De Koepel (klik) een plek met veel dierbare herinneringen. Mijn drie medefamilieleden hielpen een oude dame wiens fiets was gevallen en waarvan de kettingkast was losgelaten. Het lukte hen de fiets weer te repareren, we kochten nog een bos tulpen voor de vriendin waar we vanavond naar toe gaan en gunnen ons de rest van de dag de weekendkrant, één klein opruimklusje en wat zon. Dat laatste bleek een nogal wisselend genoegen op te leveren. Ach, een mens kan niet alles hebben.

Onderbroek

Waarom mijn oog toch altijd moet vallen op dit soort triviale dingen is mij eigenlijk een raadsel. Her en der in de stad kom je ’s winters eenzame handschoenen tegen. En vrijwel altijd maak ik er ook een foto van. De handschoenen lagen in Delft.

Deze mannenonderbroek lag in Voorburg, vlakbij het restaurant waar we afgelopen vrijdag waren. Kijk, hoe iemand een handschoen verliest, daar kan ik me nog wel wat bij voorstellen. Maar hoe verliest een man zijn onderbroek op straat? Ik wíl het me zelfs helemaal niet voorstellen. En toen zag ik ook nog dit briefje in de Delftse Hout. Lief dat Nicolien zich er over een fietssleutel heeft ontfermd. Je zal het maar kwijt zijn, Dat geldt natuurlijk voor alle gevonden voorwerpen al verwacht ik wel dat er reserve onderbroeken zullen zijn.

Voorboden

Ja hoor. Ze zijn het echt! Narcissen in bloei. Vrijdagmiddag rond twaalf uur, Prinses Mariannelaan in Voorburg. Ik zet het er maar bij voor wie het wil controleren. Voor nog meer lente-achtige gekkigheid verwijs ik even naar de grootgrutter. Daar liggen de paashazen en chocolade eitjes al weer in de schappen. Op de een of andere manier wordt het uiteindelijk toch weer lente. Nog maar 44 dagen.

Nog maar twee dagen Papier Biënale

Wat grappig om in de Rijswijkse Herenstraat in het Italiaans welkom te worden geheten. In de delicatessenzaak worden winterbloemen per fles verkocht. Dat drankje is mij onbekend maar ik ben het niet na gaan vragen want we waren naar een tentoonstelling onderweg. .

Het Tollenshuis herbergt het Rijswijks Museum en daar moesten we zijn voor de Papier Biënale, die nog maar tot zondag gehouden wordt en waarover ik enthousiaste verhalen had gehoord. Tollens is trouwens een naam die ons vertrouwd in de oren klinkt, wij woonden zeventien jaar op de Tollenskade in Voorburg en ik heb me destijds wel een beetje verdiept in deze dichter. Hij leefde van 1780 tot 1856 en woonde in dit Rijswijkse huis vanaf 1846 tot zijn dood. Zijn beroemdste gedicht is De overwintering der Hollanders op Nova Zembla.

Schuin tegenover het Tollenshuis staat de Oude Kerk die al eeuwen lang het middelpunt van Rijswijk vormt. Gebouwd op een oud binnenduin en waarschijnlijk is een eerste stenen kerkgebouw hier al in de 11e of 12e eeuw gevestigd. In het museum is uiteraard ook aandacht voor de geschiedenis van Rijswijk. Maar daar kwamen we dus niet voor. Het ging ons om de papierkunst. Daarover een volgende keer.

Reuze feestelijk

Het was Koninginnedag 2001 toen wij geïnteresseerd raakten in Delft als onze woonplaats. We kwamen die dag uit Voorburg om in Delft de vrijmarkt te bezoeken, zagen het oude universiteitsgebouw in de steigers staan om er woningen van te maken en de rest is historie. Omdat we vaak in Italië vertoeven in deze tijd van het jaar, was het járen geleden dat we hier op Koningsdag zijn.

En het was gezellig met, zoals dat hoort, kinderen die een instrument bespeelden, een vrijmarkt die straat na straat besloeg én koffie met oranje tompouce. We scharrelden twee uur door het centrum en ja, we kochten ook nog wat. Laat ik morgen zien.

Wie heeft de sleutel?

Nadat ik gisteren een beeld van een Voorburgse kunstenaar liet zien, blijf ik even in in de beelden sfeer. Voor het HMC Antoniushove in Leidschendam staat dit beeld, getiteld de Barmhartige Samaritaan (klik) van de eveneens Voorburgse kunstenaar Albert Termote. Dit beeld kent een geschiedenis van verplaatsingen. Het werd geschonken door omliggende gemeenten toen het ziekenhuis 25 jaar bestond en nog in Voorburg was gevestigd. In de oorlogsjaren verstopte men het, bang als men was dat dit bronzen beeld door de bezetter zou worden omgesmolten voor wapentuig. In 1972 kwam het beeld naar Leidschendam waar een gloednieuw ziekenhuis was gebouwd. Minstens nog twee maal werd het daarna vanwege diverse verbouwingen verplaatst. In 1998 werd de herplaatsing feestelijk gevierd door de loden kokers, die in de sokkel mee gemetseld zijn, opnieuw te voorzien van extra actuele historische informatie. Die feestelijke viering mocht ik destijds organiseren en ik was bovendien de beheerder van de sleutel van het kluisje waarin de kokers bewaard worden. Die sleutel heb ik netjes overgedragen aan mijn opvolgster maar zij is allang weer vervangen door anderen. Geen idee wie nu de sleutelbeheerder is. Ik vind het nog steeds een prachtig beeld ook al vanwege de achterliggende gedachte dat je voor elkaar zorgt, zelfs als je geen vrienden bent.

Japanse tuin

Eerder deze week hadden we bedacht dat vandaag bij uitstek geschikt zou zijn om de Japanse Tuin in Landgoed Clingendael te bezoeken. En dat klopte, het was er betoverend. Het is een kwetsbare tuin die maar acht weken per jaar geopend is voor publiek. Toen we nog in Voorburg woonden, kwamen we heel geregeld op dit Haagse landgoed dat, afgezien van de Japanse tuin, wel het hele jaar toegankelijk is.

Dat we niet de enigen waren die vandaag een geschikt moment vonden voor een bezoek aan Clingendael bewijzen de laatste foto’s. Meer info over de Japanse Tuin vind je hier. Nog open tot en met aanstaande zondag maar zoals gezegd: wandelen op het landgoed alleen al is de moeite meer dan waard.

Huisgalerie

De door mij alom geprezen kunstcommissie heeft in ons gebouw weer vrolijk werk opgehangen. Het bovenste werk is van Hub Peters en heet Red Inside. Ik zie er een heuvel in met een lappendeken aan akkers en verspreid wat huizen die me aan Italië doen denken. Maar het is vast Kerkrade waar de schilder is geboren.

De zeefdruk van Marc Langer heet Savateur Aquatique en doet me ogenblikkelijk naar zonnige kusten verlangen. Deze Voorburgse kunstenaar heeft veel strandtaferelen gemaakt en gezien de titel van dit werk is dit de Franse kust. Maar ook hier zie ik mezelf in Fano of elders aan Adriatische stranden vertoeven. Mooi dat ik hier in Delft toch even weg kan zwijmelen met mijn hoofd in de Italiaanse wolken.

Vreugd en Rust

Op weg naar mijn moeder maakten we een kleine uitstap naar Park Vreugd en Rust in Voorburg. We leerden dit park met landhuis kennen toen het in slechte staat verkeerde nadat de Montessorischool en de verpleegsteropleiding Vronesteijn het hadden verlaten. In 1987 kocht Henk Savelberg samen met enkele geldschieters dit pand, restaureerde het grondig en in 1989 wist hij er een sterrenrestaurant van te maken. Onze zoon, toen middelbare scholier, werd er keukenhulp. Mijn veertigste verjaardag vierde ik hier en toen we 25 jaar getrouwd waren, trakteerden onze kinderen ons op een overnachting in dit poepsjieke hotel.

Savelberg verkocht zijn hotel-restaurant aan Ron Blauw die het omdoopte tot Central Park. Ook hij verliet dit weer en tegenwoordig gaat het onder deze nieuwe naam zelfstandig door. De tuin, het terras en de omgeving oogde wat rommelig. Picknicktafels op het riante grasveld en rood-wit afzetlint oogden niet erg passend bij de voorname sfeer die het ooit uitstraalde.

Aan de overkant van de Vliet reed een rode cabrio langs. Kijk, dat past wat beter bij het beeld dat wij nog kenden. De Montessori basisschool waarop onze kinderen zaten, heet heel toepasselijk Nieuw Vreugd en Rust. ‘Veel vreugd, weinig rust’ zeiden wij daarover altijd. Maar dat gold dus niet voor de start van deze zonnige zondag. Wél veel vreugd en reuze veel rust.

Aan de boulevard

We hadden een beetje het gevoel dat we langs een Italiaanse boulevard liepen. Flats, een strook auto’s, een brede boulevard en dan het strand. We waren in Nesselande (klik), Rotterdam op de Sicilië Boulevard. Deze Vinexwijk ligt aan de Zevenhuizerplas die recent vergroot is. Ons oorspronkelijke doel was in feite het rustige deel op te zoeken waar flamingo’s zouden zijn neergestreken. Op de een of andere manier konden we daar, in de ons beschikbare tijd, niet makkelijk komen en dus flaneerden we wat en verwonderden we ons over dit compleet nieuwe stadsdeel waarin nog steeds gebouwd wordt.

In de tijd dat wij nog in Voorburg woonden en mijn schoonouders in Ommoord, reden we wel eens over binnenweggetjes via Oud Verlaat naar hen toe. Maar dan heb ik het over eind jaren tachtig. Logisch dat we niets meer herkenden en wel even schrokken. Er werd op deze zonnige dag veel gebruik gemaakt van dit strand en zijn speelvoorzieningen. Het voorziet duidelijk in een behoefte zag ik toen ik op internet deze foto van afgelopen zomer vond.