Het was een jaar voordat ik de wijnboer zou ontmoeten. Ik was achttien en ging voor het eerst naar Parijs. Samen met mijn bijna zeventienjarige zusje Plonie en oom Henk. Hij kende de stad goed, kwam er zeer regelmatig en was enthousiast om ons Parijs te leren kennen. Hij regelde alles en bestookte ons met in het Frans opgestelde brieven bij de reispapieren die we toegestuurd kregen. Plonie en ik gaan vandaag, vijftig jaar na dato, samen naar Parijs. We gaan nieuwe herinneringen maken in de stad waarover Henk zei: Paris, ce n’est pas un ville, c’est un monde.
Terug naar 1969
6