Geflierefluit

Voor mijn verjaardag in september kreeg ik deze ijsvogel. Als troost omdat ik hem in de vrije natuur nog nooit ben tegen gekomen. Dit leuke exemplaar moest wachten tot ie in de auto mee kon naar Caldese. Het is hier niet de natuurlijke habitat want geen water in de buurt, laat staan visjes. Maar dat maakt het voor ons des te aantrekkelijker om naar hem te kijken. Hij zit ook lekker stil.

Dit koolmeesje voelt zich hier ook helemaal thuis en koos ons nestkastje in de esdoorn als behuizing voor zijn gezin. De wijnboer gaat er soms, op gepaste afstand, met een stoel bij zitten in de hoop de jongen uit te zien vliegen. Dat kan niet lang meer duren, soms zien we een klein koppie uit de opening naar buiten kijken. Net zo nieuwsgierig als wij.

Duizend en één keer

Het mag dan wel stil in de binnensteden zijn, op andere plaatsen is er veel beweging. We maakten een autotochtje langs de Waal en zagen hele kolonies ooievaars. Het was een af- en aanvliegen; halzen, poten, vleugels; één wirwar. Voor de duidelijkheid laat ik deze eenling zien, die was zo aardig voor me te poseren.

We hebben ademloos naar ze gekeken en ook geluisterd naar hun specifieke geklepper. Zwanen, daar hebben we er ook tientallen van gezien. Net als de mensen hebben ook de dieren het voorjaar in de kop.

Natuurlijk speurden we bij elke waterkant nog naar de ijsvogel. Die laat zich jammer genoeg aan ons niet zien. Maakt niet uit. Een vriendin wees me erop dat de dagen van nu af langer worden dan de nachten. Kijk, dáár kan ik wat mee! Ik hou van het licht en van het voorjaar maar dat heb ik hier al minstens duizend keer geschreven.

Onze eigen ijsvogel

Toen wij in november bij buren te gast waren, zagen we dit beeldje staan. Een bronzen ijsvogel, gemaakt door de buurman en te koop. Twee dagen later appte ik de buurman of ik het kon reserveren, dan zou ik het de wijnboer geven voor zijn verjaardag eind december. De buurman reageerde niet direct maar na een extra berichtje van mij kreeg ik een bevestigend antwoord. Ik kreeg evengoed argwaan. Het zou toch niet zo kunnen zijn dat de wijnboer het al had gekocht en het mij met sinterklaas wilde geven? Ik schreef een sinterklaasgedicht onder het motto ‘ik wist het’ om het hem te overhandigen voor het geval ik de ijsvogel op pakjesavond zou krijgen. Maar ik kreeg een berenpak. Of ik daarover nog zal bloggen, weet ik niet hoor.

Een paar dagen voor de verjaardag van de wijnboer begon ik plaagstootjes uit te delen: ‘ben je niet benieuwd wat je van me krijgt’ en ‘ik heb zó iets leuks voor je’. Hij had geen idee. Blij pakte hij de ijsvogel uit op zijn verjaardag en daarna volgde de mededeling: ‘ík wist het!’ Inderdaad had hij mij de ijsvogel willen geven op 5 december. De buurman had zich even geen raad geweten met een echtpaar dat onafhankelijk van elkaar die vogel stiekem wilde kopen. Die twee mannen gooiden het op een akkoordje en stelden mij in staat de ander te ‘verrassen’. Jullie begrijpen dat we er alle twee heel blij mee zijn. Nu nog een keer het beestje in het echt te zien krijgen.

Op zoek naar de ijsvogel

We hebben reuze ons best gedaan om de ijsvogel te spotten tijdens een dagje Biesbosch met de kleindochters die, tamelijk overbodig na alle lockdowns, nu een week krokusvakantie hebben.

Ik geef meteen maar toe; nog nooit eerder was ik in de Biesbosch. Het was weidser en meer open dan ik had verwacht. Het Biesbosch Museum Eiland was uiteraard gesloten, wel jammer voor de meisjes. Bij het uitkijkpunt Petrusplaat ligt een groot spaarbekken waar we hardop dit Lentegedicht hebben gedeclameerd dat op een informatiezuil stond.

De ijsvogel zagen we alleen op een foto. Goede reden om nog eens terug te gaan en dan met een natuurgids of in een fluisterboot dat bijzondere vogeltje toevallig tegenkomen. Wat we wél vonden was een plek om een kleine picknick te houden. Al stond er behoorlijk veel wind wat het coronakapsel van de wijnboer geen goed deed.

Dit bos blijft ons verrassen

Toen wij vanwege de hittegolf de afgelopen zomer ons Delftse bovenhuis ontvluchtten, gingen we wel eens naar het Haagse Bos. Het was er rustig en aangenaam, we namen boek en stoelen mee en zaten er aan de rand van de vijver. Vanmorgen waren we daar opnieuw en maakten nu een rondwandeling langs die vijver. Het was er drukker dan afgelopen zomer maar vast niet zo druk als vorige week toen er ongetwijfeld geschaatst werd. We passeerden een speelbos met houtsculpturen.

Tot mijn vreugde zat er ook een ijsvogel. Dat begint langzamerhand een obsessie te worden, want nooit zag ik er een in het echt. We hopen daar aanstaande dinsdag eens verandering in te brengen en ik laat het hier weten als we de ijsvogel spotten en het liefst ook op de foto zetten. Tot die tijd stel ik me tevreden met dit fraaie exemplaar.

Na de schilder nu het eiland

Het is louter toeval dat we gisteren werk van de schilder Tholen zagen en nu op Tholen logeren. We doen samen een uitwaaiweekend. Thuisblijven betekent in het geval van de wijnboer, doorwerken achter zijn pc. Terwijl buiten zijn, frisse lucht opsnuiven en een beetje ontspanning goed is voor hem en mij. Op weg naar het vakantiehuisje deden we boodschappen in Sint Maartensdijk. Dat klinkt grootser dat het is. Maar er waren een paar aardige huizen en er was een supermarkt. Gewoon een goed gevulde. Daarna meldden we ons aan, richtten ons in en liepen de dijk op naar de Oosterschelde. Want dáár gingen we voor. Mijn haar heeft nu al coupe windhoos. Heerlijk.

O ja, ik spotte ook de ijsvogel.

Vogels in blauw

Een mus kan ik nog nét onderscheiden van een merel maar veel verder gaat mijn vogelkennis niet. Dat is jammer want ik héb wel wat met vogels. Ze vormen zelfs ons beeldmerk van Caldese. Maar goed. Het blauwe vogeltje kreeg ik onlangs en mag mee naar Italië waar hij ’s avonds als minilampje buiten mag staan. Het blikje eronder kon ik niet weerstaan toen het uitgestald stond op een kraampje met rommelmarkt spul. Er zit een kaars met drie lonten in. En dan heb ik nóg een vogel in de aanbieding vandaag. De ijsvogel. Ik heb hem van internet geplukt. Wat zou ik deze vogel graag eens in het echt zien. En reken maar dat ik zijn naam wel kan onthouden.