Vaar, vaar, vaar

Meestal zit ik in de auto als ik over de Reineveldbrug ga. Of in de tram. Maar nooit wandelend of fietsend. Dat laatste heb ik vanmorgen gedaan om dit aardige brugwachtershuisje van dichtbij te kunnen bekijken. Samen met de brug werd het in 1931 gebouwd en inmiddels is het huisje een gemeentelijk monument. Vanaf 2000 worden de ophaalbruggen vanuit een centraal punt bestuurd en verloor het zijn functie.

Gelukkig is de geschiedenis over de brug en de trekvaart eronder beschreven op een informatiepaneel in het huisje. Ook hier (klik) valt er veel over na te lezen

Vaar, vaar vaar,

vaar ik voorbij

voorbij, voorbij, voorbij

Dat is het gedicht dat precies in de vensters past. Hubertus Bahorie, stadsfilosoof, schreef het en het doet me deugd dat bij alle ophaalbruggen in onze directe omgeving teksten staan die tot nadenken stemmen. Ik dacht meteen aan de vaart waarin we leven en het heerlijke tempo dat de trekvaart met zich meebracht vóór de komst van treinen en gemotoriseerd verkeer. De trekvaart wordt wel de Intercity van de Gouden Eeuw genoemd. Veel van het vracht – en personenvervoer ging over water. Die tijd is voorbij. Voorbij.

Deel één is gelukt

De gezinnen van onze kinderen bestaan elk uit vier personen. Met ons zelf daarbij vormen we een groep van tien. We hebben dit jaar lootjes getrokken, maakten surprises en gedichten want er zijn geen gelovigen zielen meer en we houden allemaal van het Sinterklaasfeest. ‘Hier uw Sintcoördinator’ stond er in de familie-app een paar dagen geleden. Onze dochter is degene die het logistieke proces organiseerde. In onze hal stond het een en ander klaar vanmorgen. Dat is inmiddels naar de juiste adressen gebracht door haar. Onze zoon kwam tegelijkertijd langs om af te leveren en op te halen. Na korte tijd was de grote pakjeswissel voltooid. Hoe we dat verder vanavond gaan doen, lezen jullie morgen wel. Onze gezamenlijke voorpret is groot. Voor iedereen die het viert: fijne avond. En voor wie het niet viert natuurlijk ook.

Tic voor teksten

Waar ik ook ben, ik lees altijd teksten die op gevels. ramen, deuren zijn geplaatst. Ronduit allergisch ben ik voor A4-tjes met plakband. Dat is ontstaan toen ik nog werkte voor de afdeling Communicatie in een ziekenhuis en medewerkers vaak de neiging hadden bezoekers en patiënten op die manier op de hoogte te brengen van wat dan ook. Het staat klungelig en onprofessioneel. Italiaanse ziekenhuizen hangen van plakband aan elkaar heb ik ontdekt. Maar ik dwaal af. Taal-en spellingsfouten vallen me ook direct op. Terwijl ik er in mijn eigen teksten vaak overheen kijk. Een soort bedrijfsblindheid noem ik dat maar. Heel irritant. Bij Hotel de Plataan hier om de hoek hangt sinds kort weer een nieuw gedicht met een hoopvolle strekking. Zo levert dat bijna dwangmatige lezen van mij me toch altijd weer wat aardigs op.

Met de deur in huis vallen

Nu onze straat zodanig is afgesloten dat het zelfs voor voetgangers onmogelijk is te passeren, vervalt onze bruggenloop ook. In plaats van langs de ránd van het centrum te wandelen, lopen we er nu doorheen. Gisteravond, na een dag zonder veel beweging, had ik behoefte om even de benen te strekken en liepen we onze nieuwe route in het donker. Dat is nog even wennen. Niet de route maar die donkerte. Gelukkig heb ik eerder al foto’s gemaakt van ons nieuwe rondje. We passeren ook een voordeur waar een gedicht op staat. Dat huis stap je volgens mij altijd binnen met een glimlach en een goed gevoel. En daar moeten leuke mensen wonen, kan niet anders.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is dsc_0031-2.jpg

Buiten vaart de binnenvaart…

Op de kadehekken van de Koepoortbrurg staan gedichten. Het werk aan ‘onze’ kant van de brug heb ik op mijn blog al eens laten zien. Vandaag nam ik eindelijk de moeite om ook eens de andere kant te bekijken. Fleur Fok, die aan de overkant is opgegroeid en leerde steppen op de Koepoortbrug, schreef dit gedicht dat de wedstrijd van de Stichting Brugwachtershuisjes uitschreef. Ik laat hier het laatste couplet zien. Inmiddels heeft zij haar studie natuurkunde afgerond en Delft verlaten. Maar hoe fantastisch is het voor haar én voor de voorbijgangers, dat de brug dit gedicht met ons deelt.