
Huis van Gijn heeft ook nog eens een beeldschone binnentuin. Twee dagen geleden was er verse beplanting aangebracht, van die lekker ouderwetse dubbele begonia’s in de kleuren rood en geel. Die ik vergat op de foto te zetten maar ja, we zaten daar ook zo heerlijk aan de koffie dat het er niet van kwam. Wél fotografeerde ik het houten prieel dat in 2004 gereconstrueerd is naar foto’s uit 1904. De oude rozensoorten zijn deels ook identiek aan de variëteiten die Van Gijn in 1882 liet planten. Er was een kwiek rondstappende dame die ons bediende. Ze vertelde, nadat ik haar vroeg of ze haar stappenteller aanhad, dat ze wel veertien kilometer per dag door de tuin en het restaurant draafde. Simon van Gijn sleet zijn laatste jaren in een fluwelen rolstoel. Een groter contrast kon ik niet bedenken in die tijdloze tuin.


Wat een juweeltje daar!
Ik heb Leo gisteren al getipt. Binnenkort naar Dordrecht, naar dat mooie huis. En zo’n tuin is een heerlijke toegift.
Dat is echt genieten als je zo je oude dag mag doorbrengen.
Genietmomenten!
Lie(f)s.
Mooie tuin! Leuk dat dit zo in stand wordt gehouden. Dat zijn een hoop stappen!
Dat is leuk, ik heb de tuin nog nooit in volle glorie gezien. Terwijl ik vaak ben geweest. Dank! En wat die stappenteller betreft: ik heb zaterdag voor het eerst weer in het museum gewerkt. Van twaalf tot vijf. Ik had zes kilometer.
Wat een afstanden leg je af, Bertie maar wel fijn dat je eindelijk weer je werk in het museum kunt doen. Ik kom beslist nog eens naar ‘ jouw’ museum.