
We begonnen gisteren maar eens wat te wandelen. Stadsplattegrond mee. We vatten het plan op om naar de Jardin du Luxembourg te gaan. Daar staan overal stoelen en al snel hadden we allebei een plaatsje in de zon. Het weer is fantastisch, heel lenteachtig. En maar mensen kijken. En een beetje herinneringen op halen. Wat deed Parijs destijds met ons? We waren jong en de stad kwam toen in al zijn hevigheid bij ons binnen. En nu weer. Je moet hier wel onder de indruk raken van de grandeur. De stad is schoon, de mensen hulpvaardig en vriendelijk en men spreekt ons in het Engels aan. Dat was vijftig jaar geleden bepaald niet het geval.


Parijzenaars waren toen gewoon onaardig en op zijn best erg onbeleefd tegen buitenlanders. Ik kan me nog een ijs café herinneren in Montmartre met weliswaar waanzinnig lekker ijs, maar ze smeten de bestelde coupes gewoon voor je neer zonder boe of ba. Hetgeen ons er niet van weerhield om te smullen, hoor. Leuk, zo’n nostalgische toer.
In dat park zat ik als 16-jarige te genieten van het zonnetje
Heerlijk om in de lentezon in die jardin te zitten en om in de orangerie de prachtige waterlelies van Claude Monet te bewonderen.
Parijs, telkens wil ik weer die metrogeur ruiken. Of gitanes sigaretten.
Jardin du Luxembourg in de lente, wat een feestje. Leuk, die nostalgische foto.